Rusland verkeert in een diepe economische en politieke crisis. Een leger deskundigen in het westen slaat alarm en zelfs de westerse beurzen lijken te reageren op de drama’s die zich in Moskou afspelen. Hoewel de Russische staat zo langzamerhand nog nauwelijks de status heeft van een middelgrote macht is het land nog steeds in het bezit van het statussymbool van de grootmacht: kernwapens. Er zijn zwaarwegende redenen om hierover zeer bezorgd te zijn.
Alles bij elkaar beschikken de Russische strijdkrachten nog steeds over een slordige 10 000 operationele kernkoppen en 12 000 in opslag, verspreid over het hele gebied van de Federatie. Amerikaanse experts maken zich druk om het verval van het Russische leger en een reeks problemen die knagen aan de strijdkrachtonderdelen waaronder de kernwapens vallen.
Er is allereerst het risico van een onbedoelde kernoorlog. Door het achterblijven van de noodzakelijke investeringen in de infrastructuur van de waarschuwings- en commandosystemen zijn deze niet meer 100 procent betrouwbaar. Omdat de strategische raketten nog altijd klaarstaan om in luttele minuten gelanceerd te worden in de richting van een vermeende vijand, heeft een valse waarschuwing bijzonder ernstige gevolgen. Bovendien zijn er gaten gevallen in de keten van lange-afstandswaarschuwingsradars langs de grenzen.
Ook is er het risico van diefstal van kernwapens. Door het snel brengen van duizenden kernkoppen uit het gebied van het voormalige Warschau Pact naar Rusland is er onvoldoende veilige opslagruimte. Deze depots worden onvoldoende bewaakt, door slecht of niet betaalde soldaten. Rapporten over vermiste kernkoppen duiken regelmatig op in het nieuws. Amerikaanse bronnen beweren dat deze over de grens zijn gesmokkeld richting Iran.
Een enorm risico is, dat het hoogste militaire opperbevel van Rusland eventueel zelfstandig, zonder medewerking van de politieke top, kernwapens lanceert.
Naast de problemen die er spelen in de civiele kernreactoren is er een immens opslagprobleem door het uit de vaart nemen van honderden nucleair aangedreven onderzeeërs. De marinebases in het noorden en in het Verre Oosten zijn verzamelplekken van radioactief oudroest geworden. Bovendien worden er ook elk jaar duizenden kernkoppen ontmanteld waardoor er een opslagprobleem met diefstalrisico ontstaat voor radioactief materiaal.
Vanzelfsprekend gaat het hier niet om problemen die netjes binnen de grenzen van de Russische Federatie blijven. Er is grote haast geboden om tot oplossingen te komen. Daartoe moet er vanuit het Westen de helpende hand worden geboden, niet alleen door uitbreiding van het al bestaande programma dat voorziet in technologische en financiële hulp bij het ontmantelen en de opslag van een deel van de kernkoppen, maar ook in de politieke opstelling tegenover Rusland. De Amerikaanse regering, deels door de invloed van een isolationistisch Congres, heeft de afgelopen jaren steeds weer een confrontatie-koers gekozen. Door het doorzetten van de Navo-uitbreiding en een totaal gebrek aan soepelheid in de onderhandelingen over kernwapens is nu een punt bereikt waar directe confrontatie weer dreigt. Aan de ene kant is er een afbrokkelende kernmacht die nog steeds de middelen in handen (maar misschien niet onder volledige controle) heeft om de hele planeet naar de verdoemenis te helpen. Aan de andere kant een Amerikaans bewind dat in de praktijk halsstarrig vasthoudt aan zijn kernwapenmacht (in iets afgeslankte vorm). Veel eminente politici en ex-generaals (inclusief Amerikaanse houwdegens zoals voormalig bevelhebber nucleaire strijdkrachten generaal Butler en in Nederland de ex-premiers Lubbers en Van Agt) hebben zich tegen dit beleid gekeerd. Er moet door alle kernwapenstaten sneller nucleair ontwapend worden.
De loyale Navo-bondgenoten van de VS, zoals Nederland, zouden zich kritisch moeten uitlaten over het kernwapenbeleid van de Amerikaanse regering. De komende opening van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties biedt daar een goede gelegenheid voor. Misschien kan het kabinet de moed opbrengen om de Amerikaanse liberale oppositie een steuntje in de rug te geven?