Wapenleveranties – instrument van machtspolitiek

Waarom worden wapens geëxporteerd en wat zijn de gevolgen van die leveranties? Dat is een populair discussiethema in kringen van activisten en onderzoekers.

De stelling dat wapenexporten wel naar oorlog moeten leiden in de ontvangende regio is niet onwaarschijnlijk. Een ingewikkelder kwestie is die van de drijvende krachten achter de wapenhandel. Dat de wapenindustrie zo’n drijvende kracht is, ligt voor de hand. Dat idee werd in brede kring populair in jaren zestig door het liedje Masters of War van Bob Dylan.

Maar al in 1953 ging de Republikeinse president Eisenhower, in Nederland goed bekend als de bevelhebber van de Anglo-Amerikaanse strijdkrachten die West-Europa bevrijdden van het fascisme, hedendaagse campagnevoerders voor, door te schrijven: “Elk kanon dat gebouwd wordt, elk oorlogsschip dat te water wordt gelaten, elke afgevuurde raket betekent, in de laatste instantie, diefstal van degenen die honger lijden en geen eten krijgen, degenen die het koud hebben en niet gekleed worden. (…) Dit is hoe dan ook geen manier van leven. Onder de wolk van dreigende oorlog, hangt de mensheid in feite aan een ijzeren kruis.” (1) In 1959, aan het slot van zijn presidentschap, legde Eisenhower zijn beroemde verklaring af, een waarschuwing voor het Amerikaanse volk en de hele wereld voor de groeiende invloed van de militaire industrie op het democratische besluitvormingsproces. Hij zei: “In de raadzalen van het bestuur moeten we waakzaam zijn tegen de verwerving van niet gewenste invloed, gevraagd of ongevraagd, door het militair-industrieel complex.”

Winstmaximalisatie en de kracht van de lobby van bedrijven die wapens produceren en verhandelen bij regeringen: dat was en is nog steeds een helder en overzichtelijk verklaringsmodel. De jongste verwikkelingen rond de wapenleveranties aan Griekenland vormen daarvan een aardige illustratie. De afgelopen twee jaar is uit verschillende bronnen bekend geworden, dat de financiële hulp aan het door de economische crisis zwaar getroffen Griekenland zowel door Frankrijk als Duitsland afhankelijk werd gemaakt van handhaving van bestaande orders voor zware en dure wapensystemen. Zo meldde een adviseur van voormalig premier Papandreou in 2010 dat de Griekse regering te verstaan was gegeven dat men meer begrip zou hebben voor de Griekse financiële problemen als de afname van Franse fregatten zou worden gehandhaafd. (2) Afgelopen maart verklaarde het Europees parlementslid Cohn-Bendit dat zowel de Franse als Duitse regeringen de verlening van de eerste tranche van hulpfondsen afhankelijk hadden gemaakt van voortzetting van bestaande wapencontracten. (3)

Vervlechting van belangen

In dit geval traden Duitsland en Frankrijk op als beschermheren van hun eigen wapenindustrie, waarbij het werkgelegenheidsargument voor de binnenlandse politiek van groot belang is. De absurditeit van het leveren van nieuwe wapens aan het Griekse leger, terwijl de eigen bevolking getroffen wordt door een reeks bezuinigingsmaatregelen, is evident. In antwoord op Kamervragen verklaarde de Nederlandse regering in oktober 2011 dat ze de berichten over genoemde voorwaarden niet kon bevestigen. (4) Het logische antwoord op dit soort koppelverkoop is een lobby gericht op regeringen of internationale instituten, om wapenhandel aan banden te leggen en zelfs te verbieden. Zulke campagnes worden al jaren met wisselend succes gevoerd.

Maar elke benadering van ‘de politiek’ moet rekening houden met het feit dat regeringen niet alleen gevoelig zijn voor de lobby’s van wapenproducenten of soms hun tegenstanders, maar ook een breder belang vertegenwoordigen. Daar hoort een visie op de staat bij, als exponent van een hele reeks krachten die deel uitmaken van het ‘buitenlands beleid’. Hoe ethisch, moraliserend of belangeloos zo’n beleid kan zijn is in Nederland onderwerp geweest van vele felle discussies over de rol van koopman en dominee. Vast staat dat het via machtspolitiek internationaal nastreven van de samengestelde nationale belangen, een belangrijke component is van het beleid. Dit komt tot uiting in de diplomatie, de inzet van de inlichtingendiensten en het leger, de keuze van handelsroutes, bondgenoten en allianties en, indien relevant, de wapenhandel. Voor de landen met de grootste wapenindustrieën is de export van wapens een essentieel onderdeel van de buitenlandse politiek. Door het leger van een bevriende staat van wapens te voorzien, wordt ook grote invloed in de interne machtspolitieke verhoudingen gegarandeerd en indirect op de buitenlandse politiek. De aard van deze vervlechting van wapenhandel met heel andere belangen dan die van de wapenproducenten zelf verschilt per doelland.

Enorme leveranties

Het vredesverdrag tussen Israël en Egypte dat na de Oktoberoorlog van 1973 vooral door Amerikaanse bemiddeling tot stand kwam,maakte de weg vrij voor de VS om niet meer alleen aan Israël maar ook aan Egypte grootscheepse wapenhulp te bieden. Samen met Saoedi-Arabië, Jordanië en de kleine Golfstaten vormden deze twee landen de steunpilaren van de Amerikaanse hegemonie in het Midden-Oosten. Het Egyptische leger schakelde deels over van Russische op Amerikaanse wapens. De omvang van de wapenleveranties was enorm: tussen 1998 en 2010 ongeveer 1,3 miljard dollar per jaar, waaronder geavanceerde wapensystemen zoals de M1-tank en F-16 gevechtsvliegtuigen. (5) Onderdelen van de tank werden ook in Egypte geproduceerd. Door de massale militaire hulp werd het voor het Egyptische leger mogelijk om haar traditionele rol in de Egyptische politiek te versterken.

De cruciale vraag na de Egyptische opstand van 2011 is of de VS haar positie kunnen handhaven door voortzetting van de wapenleveranties. Het lijkt immers onwaarschijnlijk dat de belangrijkste partij, de Muslim Brotherhood, zo’n verwevenheid en dus afhankelijkheid kan laten voortbestaan. Toch kan een dergelijke Amerikaanse bemoeienis niet zomaar worden afgebroken: ze gaat immers gepaard met instructeurs, opleidingen, leverantie van onderdelen, uitwisselingsprogramma’s van officieren en gezamenlijke oefeningen. Ook de bondgenoten van de belangrijkste wapenleverancier kunnen voordeel halen uit de relatie. Nederland leverde tweedehands pantservoertuigen aan het Egyptische leger.

Dat was vooral voordelig voor de Nederlandse staatsfinanciën – maar kocht geen invloed. Sterker nog, zo’n leverantie was alleen denkbaar in het kader van de Amerikaanse invloed. Een veel verdergaand voorbeeld is Afghanistan: het regeringsleger werd de afgelopen jaren niet alleen bewapend maar ook grotendeels opgeleid en begeleid. Door de inzet van contractanten – ook een vorm van wapenhandel – blijven de eigen manschappen gespaard. Het is nauwelijks voorstelbaar dat dit leger in staat is om operaties uit te voeren los van de NAVO en vooral zonder Amerikaanse begeleiding. (6) Zo wordt het ook een belang van de zittende regering om de militaire relatie te handhaven. Daarbij hoort ook het langdurig gebruik van Afghaanse bases door Amerikaanse elite-eenheden en wapensystemen zoals drones of bommenwerpers bijvoorbeeld.

De wapenleveranties aan de NAVO-bondgenoten vormen een aparte categorie: behalve de nauwe verwevenheid tussen de luchtmachten die voortvloeit uit het gebruik van dezelfde wapensystemen (Hercules, Chinook, Apache, F-16 en als het aan Defensie ligt straks de JSF) wordt dit ook vertaald in interne binnenlandse politieke druk, zeker als fabrikanten toegang krijgen tot de grote Amerikaanse markt. Op deze manier zijn wapenleveranties een manier om bestaande relaties te bestendigen en de afhankelijkheid van de grootmacht in stand te houden. Gebruik van dezelfde wapensystemen wordt zelfs een argument om mee te doen aan militaire avonturen met de leverende grootmacht – men werkt immers zo goed samen!

Zo bezien is de leverantie van wapens, door verkoop of als gift, een instrument van buitenlandse politiek, en vormt niet de politiek zelf. Die omvat immers veel meer dan het uitvoeren van de wil van wapenfabrikanten en handelaars, al is hun lobby nog zo sterk. Hoewel het een populair beeld is, zal de wapenhandelaar er zelden in slagen om grote wapensystemen aan twee strijdende partijen tegelijk te leveren, laat staan een oorlog te veroorzaken. Over een lange periode verschuiven de leveranties naar verschillende landen, als gevolg van veranderde geopolitieke verhoudingen – voormalige vijanden worden vrienden, bijvoorbeeld de VS en Vietnam. Voor kleine wapens (geweren, handgranaten, pistolen) die zo’n cruciale rol spelen in vele binnenlandse conflicten ligt dat anders, omdat de leverancier bijna onzichtbaar is en de vele tussenhandelaars niet te identificeren zijn.

Noten:
1. The Chance for Peace 16 april 1953: www.edchange.org/multicultural/speeches.
2. 24 maart 2010 – Archive http://archive.ekathimerini.com/4dcgi_w_articles_politics_0_24/03/2010_115863.
3. EU Lawmaker: France,Germany Pressured Greece To Avoid Defense Cuts Mar. 5, 2012 03:00PM. By PIERRE TRAN http://www.defensenews.com/article/20120305/DEFREG01/303050004.
4. 10102011 Vragen van de leden Irrgang en Van Bommel (beiden SP) aan de minister van Financiën over Defensie in Griekenland. (Ingezonden 19 september 2011).
5. Egypt in Transition, Congressional Research Service,23 Aug 2011.
6. Truth, lies and Afghanistan. How military leaders have let us down. BY LT.COL.DANIEL L. DAVIS, Armed Forces Journal, Feb 2012.

Vredesmagazine