In augustus 2008 ondertekenden Polen en de Verenigde Staten, na jarenlange onderhandelingen (1) een verdrag waarin de plaatsing van tien lanceerinrichtingen op het grondgebied van Polen werd geregeld.
Voor het vestigen van een bijbehorende radarinstallatie op Tsjechisch grondgebied moest bij dit schrijven nog toestemming worden gegeven door het parlement in Praag. Volgens de oorspronkelijke Amerikaanse planning zou het systeem in 2013 operationeel moeten zijn. Wat is de strategische grondgedachte achter de bouw van het Amerikaanse raketschild in Oost-Europa? Dat is een vraag die dringend beantwoord moet worden, gezien de verschuivende machtsverhoudingen, zowel binnen de NAVO als tussen de NAVO en de rest van de wereld. Daarbij hoort ook de vraag of president Obama het bouwprogramma van zijn voorganger doorzet of zich rekenschap geeft van de vele bezwaren. Voorts is een duiding van het wapensysteem van belang: is het offensief of defensief?
Doel
Het doel van het raketschild is vorig jaar door de Nederlandse regering als volgt omschreven: ‘Dat ook de NAVO zich op enigerlei wijze dient voor te bereiden op mogelijke gevolgen van de nog steeds voortschrijdende verspreiding van ballistische raketten is evident. Nederland is van mening dat raketverdediging, in welke constellatie dan ook, daarin een rol kan spelen en bij kan dragen aan de veiligheid van NAVO-landen, mits er goede afstemming is tussen verschillende programma’s en systemen’. (2) Tegelijk erkent de regering dat er geen sprake is van urgentie: ‘In hoeverre deze beschikbaarheid van capaciteiten ook tot een daadwerkelijke dreiging leidt, hangt mede af van de intenties en de geloofwaardigheid van degene die de raketten in bezit heeft en van de waarschijnlijkheid dat hij bereid is deze capaciteiten in te zetten. Met andere woorden, het staat niet vast dat landen die over een ballistische raketcapaciteit beschikken, daarmee per definitie een bedreiging voor het (gehele) grondgebied van de NAVO vormen.’ (3) In antwoorden op Kamervragen stelde de regering bovendien dat ‘raketverdediging – in welke opstelling ook – defensief van aard is.. .’ (4)
De Amerikaanse regering is specifieker in haar beweringen. Het Pentagon gaat bijvoorbeeld expliciet uit van een raketdreiging door Iran. (5) Die zou bestaan uit raketten met een middellang of zelfs intercontinentaal bereik, uitgerust met kernkoppen, nu of in de toekomst. Maar de bedreiging door Iran is niet bewezen. Iran heeft volgens het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) géén kernwapens of een kernwapenprogramma. (6) Er zijn geen operationele raketten met het noodzakelijke bereik, in ieder geval geen met kernkoppen uitgeruste raketten. Wél wordt gewerkt aan het vergroten van het bereik van operationele raketten met conventionele lading. (7)
Technische en tactische problemen
Over het technisch functioneren van het Amerikaanse raketschild bestaat al jaren twijfel. De Oost-Europese lanceerbasis is een uitbreiding van bestaande Noord-Amerikaanse installaties, in Alaska en Californië. Ook de derde, Oost-Europese raketbasis wordt straks door de Amerikaanse strijdkrachten gecontroleerd. Maar volgens een onderzoek van de Amerikaanse Union of Concerned Scientists (8) is aan een essentiële voorwaarde voor het operationeel maken van het systeem niet voldaan: namelijk de mogelijkheid voor de radar-zoeksystemen een onderscheid te maken tussen echte en namaak-kernkoppen (‘decoys‘). Een land dat een raket met kernkop kan lanceren, heeft ook de technische mogelijkheid zulke namaakkoppen mee te sturen (bijvoorbeeld in de vorm van ballonnen die een radarecho afgeven, gelijk aan die van een kernkop).
Door dit gebrek kunnen de afweersystemen de doelen niet vinden. De proeflanceringen van het systeem tegen intercontinentale raketten hebben dit probleem niet opgelost. Van de 14 onderscheppingen door het Amerikaanse BMD-systeem zouden er acht succesvol zijn geweest. Maar deze vonden plaats onder kunstmatige testomstandigheden, niet vergelijkbaar met operationele inzet. (9) Zelfs een door het Pentagon ingesteld onderzoek concludeerde in 2008 dat de systemen te snel operationeel werden gemaakt, voordat ze inzetbaar waren. (10)
Ook als de technische bezwaren zouden worden overwonnen, blijft er een probleem voor het Europese systeem: eventueel neergeschoten raketten zouden uit elkaar spatten over Europees grondgebied en zo zouden de radioactieve fragmenten van de kernkoppen daar neerkomen. (11) De vraag is gerechtvaardigd waarom een onvoltooid en niet werkend systeem (althans tegen raketten) toch in dienst wordt genomen. Mogelijk speelt de grote macht van de industriële lobby’s in het Amerikaanse Congres hier een rol. Het werkgelegenheidsargument wordt ook vaak ingezet om technische bezwaren te bezweren. Gesteld dat een potentiële tegenstander, ook in het licht van deze bezwaren, nooit helemaal zeker weet of het systeem werkt, dan wordt die toch gedwongen naar alternatieven te zoeken. Die zijn ook voorhanden, door het inzetten van een ander overbrengingssysteem dan een raket, zoals een vliegtuig, schip of vrachtwagen. Men kan een mini-kernbom zelfs in een rugzak te voet dragen. Daarmee worden de dure antiraketsystemen op een kostenefficiënte manier omzeild.
Defensief én offensief
Een scherp onderscheid tussen offensief en defensief bestaat eigenlijk niet. In de wereld van nucleaire afschrikking worden deze begrippen gekoppeld aan wapensystemen en lijken ze een aanwijzing te zijn voor de politieke bedoelingen van de gebruiker: aanvaller of verdediger. Maar Amerikaanse strategen zien het raketschild als onderdeel van de volledige Amerikaanse slagkracht, de strategische triade. Die bestaat uit conventionele en nucleaire aanvalssystemen, de passieve en actieve verdediging (waaronder het raketschild) en de ondersteunende structuur, zoals de industriële basis en de informatiesystemen. (12) Om die reden is het onzinnig het raketschild als louter defensief te omschrijven, want het maakt deel uit van een geheel dat zowel offensief als defensief kan optreden.
Het is vergelijkbaar met het schild en het zwaard van een Griekse hopliet of, op operationeel niveau, de uitrusting van een Griekse falanx, die haar schilden gebruikt tegen een aanval, om vervolgens (of als eerste, wetend dat men een schild heeft) zelf met zwaard en speer aan te vallen. Daarnaast wordt het raketschild ook beschouwd als onderdeel van een toekomstige strategie voor oorlogvoering in de ruimte. De volgende stap zou, in weerwil van eerdere afspraken, het permanent stationeren van wapensystemen in een baan om de aarde zijn. (13) Tot op heden hebben de Verenigde Staten zich verzet tegen verdragsvoorstellen om dit te verhinderen. (14)
Het bestaan van een effectief schild betekent dat er effectiever en agressiever offensief kan worden opgetreden: men waant zich immers veilig achter een schild. Gecombineerd met een strategie die het als eerste aanvallen van een tegenstander die massavernietigingswapens bezit als uitgangspunt heeft, (15) kan een functionerend raketschild de kans op vergelding verkleinen. Dit maakt het mogelijk een aanvalsoorlog ongestraft te voeren. In die zin is een schild onderdeel van een offensief concept. Dit offensieve concept kan worden toegepast op zowel intercontinentaal niveau (dus bij een strategische atoomoorlog tussen Rusland en Amerika) als op regionaal niveau, bijvoorbeeld bij een aanval op Iran. In het eerste geval wordt een ‘first strike’-doctrine een realistische optie. Deze zou zich als volgt kunnen afspelen: de Verenigde Staten voeren een nucleaire aanval op Rusland uit en vernietigen de meeste nucleair-bewapende systemen. Datgene wat er aan Russische systemen over is voor een tegenaanval, wordt door het raketschild neergehaald. In het tweede geval kan een door de NAVO ingezette amfibische expeditie worden beschermd tegen raketaanvallen. De invoering van dergelijke wapensystemen heeft dus militaire consequenties, die in de politieke besluitvorming kunnen doorwerken.
Ook bij een minder offensief concept kunnen de radarsystemen een belangrijke rol spelen in een kernoorlog en dus de strategische balans verstoren. Hoewel de raketten misschien niet of nauwelijks werken tegen andere raketten, kunnen ze wel gebruikt worden om langzaam bewegende wapensystemen neer te schieten, of systemen met een gemakkelijk te voorspellen baan. Op tactisch niveau zijn dat zoals vanouds vliegtuigen, maar ook kruisvluchtwapens (onbemande straaljagers). Op strategisch niveau kan men satellieten neerhalen, omdat die in een voorspelbare baan om de aarde bewegen en dus gemakkelijker te raken zijn dan raketten.
Zowel China als de Verenigde Staten hebben aangetoond dat dit praktisch haalbaar is. (16) Het vernietigen van de vijandelijke satellieten is voorwaarde voor het uitvoeren van een ‘first strike’-doctrine, een verrassingsaanval, omdat de bevels- en verkenningssystemen van de vijand onklaar worden gemaakt. Dat is overigens precies de reden dat zo’n wapenwedloop in de ruimte zeer gevaarlijk is – het verlies van die waarschuwingssystemen in de ruimte kan een reden zijn om een kernoorlog te beginnen.
Russische reactie
Over de defensieve functie van het systeem heeft de Russische regering, misschien op grond van vergelijkbare overwegingen, een andere mening dan die van de Verenigde Staten. Zo verklaarde toenmalig president Poetin tegenover de Wall Street Journal ‘It’s obvious that if part of the strategic nuclear potential of the US is located in Europe, which in the opinion of our military experts represents a threat, we will take the corresponding steps in response. Of course we will have to get new targets in Europe.’ (17) Bovendien zouden de Oost-Europese installaties kunnen worden uitgebreid met extra radarsystemen en raketten. In bredere geopolitieke termen beschouwt Rusland het systeem als onderdeel van een Amerikaanse ‘omsingelingsstrategie’, die begon met de initiële uitbreiding van de NAVO en in de ogen van Moskou nog steeds wordt voortgezet.
Daags na de verkiezing van president Obama verklaarde president Medvedev dat hij raketten in Kaliningrad zou plaatsen om het raketschild te neutraliseren. (18) Hij was er kennelijk niet van overtuigd dat het systeem alleen tegen Iran bedoeld is. Gezien de achterliggende Amerikaanse oorlogsdoctrines zijn de Russische protesten tegen het raketschild niet noodzakelijkerwijs overdreven. Ze worden ondersteund door de Amerikaanse onderzoeker Postol, die stelt dat de lanceersystemen in Polen, in weerwil van Amerikaanse regeringsverklaringen, bruikbaar zijn om Russische raketten na lancering te onderscheppen. (19) Vandaar het aanbod van Rusland om een waarschuwingssysteem tegen een Iraanse aanval in de Kaukasus te plaatsen, onder gezamenlijke Amerikaans-Russische controle. Amerikaanse onderhandelaars hebben dit aanbod echter afgewezen.
Sindsdien zijn Russische tegenstappen aangekondigd, zoals de mogelijke plaatsing van Iskander-M-raketten in Kaliningrad, waarmee de Poolse antiraketinstallaties binnen bereik zouden komen. Daarnaast worden de strategische strijdkrachten verder uitgebreid en de paraatheid verhoogd. (20) Tegelijk neemt Moskou tegenstappen elders. Het CFE-verdrag, waarin limieten werden vastgelegd wat betreft de aantallen conventionele wapensystemen die zijn toegestaan in de grensgebieden van de NAVO en Rusland, is in 2007 opgeschort. (21) Voorts hebben er geopolitieke conflicten plaatsgevonden, zoals in Georgië en rondom de gasleveranties aan Europa. Zo gezien is het raketschild niet de directe oorzaak van het Russische beleid, maar wel een krachtig symbool voor toegenomen confrontaties. Van het nut van het raketschild zijn niet alle Europese leiders overtuigd. De Franse president Sarkozy verklaarde in november 2008 dat de Europese veiligheid er niet door verhoogd zou worden. (22)
NAVO-plannen
De uitbreiding van het Noord-Amerikaanse raketschild naar Oost-Europa (Euro Missile Defense – EuroMD) is door de NAVO achteraf goedgekeurd. (23) Daarnaast werd in opeenvolgende communiqués aangekondigd dat de al in aanbouw zijnde systemen op elkaar zouden worden afgestemd. Zo werd op de top van Riga (november 2006) besloten om alle korte afstand (TMD)-systemen te coördineren en te verenigen in één systeem, het NATO Active Layered Theatre Ballistic Missile Defence System. (24) Dit systeem zou dus ook bescherming bieden tegen aanvallen met middellange- of korte-afstandsraketten. (25) Daar kan de Nederlands regering zich ook in vinden: minister Verhagen verklaarde in december 2007 in de Kamer dat hij het eens is ‘met de opvatting van de secretaris-generaal van de NAVO dat een geïntegreerd raketverdedigingssysteem nodig is, want ook op dit punt moeten de ondeelbaarheid en de veiligheid van de NAVO vooropstaan.’ (26)
Al eerder, in juni 2007, besloot de NAVO een studie te verrichten naar een aan het EuroMD ‘aangekoppeld’ antiraketsysteem voor Zuidoost-Europa. (27) Een geografisch voor de hand liggende volgende stap is het koppelen van de NAVO-systemen aan het Amerikaans/Israëlische Arrow-antiraketschild tegen raketten met korte en middellange dracht. (28) Een dergelijke koppeling zou vergaande gevolgen hebben voor de politieke verhoudingen tussen Europa en het Midden-Oosten. Een in februari 2008 geopende NAVO-testinstallatie in Den Haag bestudeert de onderlinge afstemming van de systemen. (29) Bovendien worden er stappen ondernomen om de NAVO-systemen te integreren met EuroMD. (30) Minister Verhagen bevestigde in de Kamer: ‘Eventuele NAVO-initiatieven op dit vlak zullen uiteraard worden vervlochten met het Amerikaanse initiatief.’ (31) Op 10 november 2008 verklaarde staatssecretaris De Vries, in antwoord op vragen hierover in de vaste Kamercommissie voor defensie: ‘Ja, het kan op elkaar worden aangesloten.’ (32)
Voorts bestaat er een geheime NAVO-studie naar een BMD-systeem voor geheel Europa, Missile Defence for the Alliance Territory, Forces and Population Centres (MD), dat dus het Noord-Amerikaanse stelsel zou aanvullen dan wel dupliceren, maar dan met een zwaardere Europese inbreng en zeggenschap. Deze ‘feasibility study‘ werd voltooid in 2005 en in het slotcommuniqué van de NAVO-Top van Riga (2006) werd verklaard: ‘At Prague we initiated a Missile Defence Feasibility Study in response to the increasing missile threat. We welcome its recent completion. It concludes that missile defence is technically feasible within the limitations and assumptions of the study. We tasked continued work on the political and military implications of missile defence for the Alliance including an update on missile threat developments.’
In een paper van de Adenauer Stiftung (33) wordt o.a. voorgesteld een variant van dit laatste, nog geheime plan (dat volgens de auteurs een aantal opties aanbiedt die in kosten uiteenlopen van enkele honderden miljoenen tot 20 miljard euro) te koppelen aan het EuroMD-programma in Polen en Tsjechië. Dit zou moeten gebeuren door gebruik te maken van de bestaande ‘dubbele petten’-commandostructuur van de NAVO en betekent de facto dat de Amerikanen een beslissende controle op het systeem uitoefenen. Het houdt ook in dat er een tweede anti-raketbasis in Noordwest-Europa moet worden gebouwd. De opties die uit de NAVO-studie voortvloeien, zullen op de NAVO-Top in april 2009 worden gepresenteerd. In vorige NAVO-communiqués wordt steeds verklaard dat men bereid is de mogelijkheden te onderzoeken om de antiraketsystemen van de NAVO, de Verenigde Staten en Rusland aan elkaar te koppelen. (34) Gezien de confrontatie over EuroMD lijkt dit slechts een papieren optie.
Een nieuwe Koude Oorlog?
De plannen voor het Oost-Europese raketschild staan niet op zich zelf. In de ogen van de Amerikaanse strategen vormen ze een opstap naar een ambitieus overkoepelend project, waarin geleidelijk de afzonderlijke systemen tegen alle typen raketten, met zowel kort, middellang als intercontinentaal bereik, geïntegreerd kunnen worden. De positie van de nieuwe Amerikaanse regering is onduidelijk. Direct na de verkiezingszege van Obama verklaarde zijn naaste adviseur Denis McDonough: ‘His position is as it was throughout the campaign, that he supports deploying a missile defence system when the technology is proved to be workable.’ (35) Dit geeft maximale politieke flexibiliteit. Stemmen uit de Amerikaanse defensie-industrie hebben opheldering geëist. (36)
In december 2008 verklaarde een delegatie van het Amerikaanse Congres in Praag zich voorstander van het raketschild. (37) Bovendien gaat het niet alleen om Europa en de NAVO. Washington is betrokken bij een scala van plannen die met bondgenoten worden uitgewerkt. Bekend zijn overeenkomsten en projecten met Japan, Zuid-Korea, Israël, Australië en India. (38) Zo zijn de twee bilaterale afspraken van de Verenigde Staten met Polen en Tsjechië een breekijzer voor een veel ambitieuzer project dat uit de aard der zaak in zijn ontwikkelde vorm centraal gecontroleerd wordt door de Amerikaanse militaire bevelstructuur. Vanwege de korte waarschuwingstijd bij een raketaanval moeten besluiten immers zeer snel genomen worden. Dat betekent dat door zulke internationale samenwerking militaire en dus ook politieke controle uit handen wordt gegeven. Gezien de vergaande politieke gevolgen en de problemen die voortvloeien uit de bestaande projecten, is een dergelijke ontwikkeling sterk af te raden.
Noten:
1. Zie Arjan van den Assem, ‘Het Amerikaanse raketschild in Europa: droom of nachtmerrie voor internationale veiligheid?’, in: Internationale Spectator, september 2007, blz. 429-431.
2. Regeringsnotitie over raketverdediging, DVB/NN-124/08, 25 maart 2008, blz. 10 (3de alinea).
3. Ibid. blz. 3 (4de alinea).
4. Antwoord op kamervragen leden Van Bommel, Van Velzen en Poppe over raketafweerinstallatie in Den Haag, nr 1791 (beantwoord op 26 maart 2008).
5. Zie Proposed US Missile Defense Assets in Europe, US Department of Defense, 15 juni 2007.
6. Zie rapport directeur Al Baradei aan de lAEA-bestuursraad, GOV/2008/59,19 november 2008.
7. Richard L. Garwin, ‘When could Iran deliver a nuclear weapon?, in: Bulletin of the Atomic Scientists, 17 januari 2008.
8. Technical Realities: An Analysis of the 2004 Defloyment of a U. S. National Missile Defense System.
9. ‘Missile Defense Success Questioned’, in: The Independent, 21 december 2008; Center for Defense Information, Missile Defense Flight Tests, 28 april 2008.
10. Joe Cirincione, ‘New Pentagon Report Slams Missile Defense Agency’, in: Huffington Post, 20 oktober 2008.
11. Zie: ‘Onderschepte raket valt wél op Europa’; in: NRC Handelsblad, l mei 2007.
12. Rapport van de Congressional Research Service, 10 augustus 2006, blz. 24. <http://fpc.state.gov/documents/organization/71873.pdf>.
13. Amy Butler, ‘USAF Eyes Counter-ASAT System in 2011’, in: Aviation Week & Space Technology, 16 maart 2008 .
14. Zie: U.S. National Space Policy 2006: ‘The President authorized a new national space policy on August 31, 2006 that establishes overarching national policy that governs the conduct of U. S. space activities. This policy supersedes Presidential Decision Directive/NSC-49/NSTC-8, National Space Policy, dated September 14,1996.’
15. De Amerikaanse pre-emptive doctrine van 2002: ‘National Strategy to Combat Weapons of Mass Destruction’ <http:// www.sourcewatch.org/index.php?title=National_Strategy_to_ Combat_Weapons_of_Mass_Destruction>.
16. Peter Grier & Gordon Lubold, ‘U.S. missile shoots down satellite – but why?’, in: Christian Science Monitor, 22 februari 2008.
17. APS Diplomat News Service, The Wider US-Russian Issue Over Missile Defence, 11 juni 2007.
18. ‘Kremlin Signals Intent To Wait for Bush to Go’, in: Moscow Times, 10 november 2008.
19. Theodore Postol (MIT), ‘Proposed US Missile Defense in Europe: Technological Issues relevant to Policy’, Presentation Capitol Hill, Washington DC, 28 augustus 2007.
20. ‘Russia may place nuclear missiles in Belarus. Moscow orders 70 strategie nuclear missiles by 2011’, 24 december 2008 <http://www.thenews.com.pk/daily_detail.asp?id=153547>.
21. ‘NAVO schrikt van opschorting’, in: NRC Handelsblad, 27 april 2007.
22. Nicolas Sarkozy, ‘Missile defense shield bad idea’, UPI, 15 november 2008.
23. ‘Nato to back US missile defence’, BBC News, 3 april 2008; Final communiqué Meeting of the North Atlantic Council at the level of Foreign Ministers, Brussels, para. 32 (2008) 153, 3 december 2008.
24. ‘The signature of the first major contract for a NATO Active Layered Theatre Ballistic Missile Defence system which is a major step towards improving the protection of deployed NATO forces.’ (para. 24, laatste streepje, van de Riga Summit Declaration, 29 november 2006).
25. Zie voor details: Joris Janssen Lok, ‘Grand Designs’, in: Defense Technology International, maart 2007.
26. Verslag van een algemeen overleg van 4 december 2007 met minister Verhagen over de geannoteerde agenda van de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO van 6 en 7 december 2007 (Handelingen Tweede Kamer 28 676, nr. 42).
27. ‘NAVO overweegt koppeling raketschild’, in: Nederlands Dagblad, 15 juni 2007; zie voor debat binnen de NAVO: Aviation Week & Space Technology, 11 juni 2007; en Janssen Lok, a.w. noot 25.
28. Aron Heller, ‘Israël, U.S. Test Missile Defense’, in: Washington Post, 18 maart 2007.
29. ‘NAVO opent testinstallatie raketafweer in Den Haag’, 13 februari 2008 <www.nu.nl/news/1434754/>.
30. NAVO-communiqués van 3 april 2008 en 3 december 2008.
31. Verslag algemeen overleg, 11 juni 2008, blz. 9: zie Handelingen Tweede Kamer 28 676, nr 60.
32. Handelingen Tweede Kamer 31 700 X, nr 56, blz. 20.
33. In: Analysen & Argumente, nr 40, maart 2007.
34. NAVO-communiqué van 3 december 2008, para. 32.
35 ‘Obama denies Poland missile vow’, BBC News, 8 november 2008.
36. Baker Spring, Peter Brookes & James Jay Carafano, Obama needs to resolve contradictory positions on BMD policy, UPI Outside View Commentators, 13 januari 2009.
37. ‘U.S. Congresswoman confirms in Prague USA needs missile defence’, 18 december 2008 <http://www.ceskenoviny.cz>.
38. Voor Japan zie: Robert Maginnis, The PacificArms Race, l april 2008 <http://www.humanevents.com/article.php?id=24285>; en voor India, U.S. Consider Missile Defense Cooperation <http://www.nti.org/d_newswire/issues/2008_2_27.html#53524A2F>.
Internationale Spectator