De stilte van het kerkhof

Er is een doodse stilte neergedaald rondom de affaire King Kong. Ondanks de beruchte komkommertijd in de Nederlandse journalistiek. Een nieuwe doofpot, de zoveelste in de naoorlogse politieke geschiedenis van dit land, begint zich af te tekenen.

Hoe heeft dit kunnen gebeuren, gezien de grootscheepse aandacht van de Nederlandse pers voor de affaire? In dit artikel wil ik een poging doen om een aantal punten aan de orde te stellen die nog onvoldoende naar voren zijn gekomen. De pretentie om het tij te keren heb ik niet. Maar het lijkt toch goed om de misleidende indruk die na de grafopening is ontstaan, als zou nu alles in orde zijn, enigszins te bestrijden. Daartoe is een blik in de geschiedenis noodzakelijk. Immers, King Kongs verraad speelt in september 1944. De gevechtshandelingen in dat jaar en de rol van King Kong daarbij werpen het licht op Prins Bernhard dat hij verdient.

Een onverwachte onthulling

Al vele jaren wordt in de maand september bij Arnhem een herdenkingsplechtigheid gehouden ter nagedachtenis van de vele Britse parachutisten die in 1944 omkwamen bij een poging om dit gebied te bevrijden. Omdat de deelnemers allemaal een dagje ouder worden en velen de 50-ste herdenking niet zullen halen, werd de herdenking in 1984 een groots gebeuren.
Dit was ook de aanleiding voor nieuwe publikaties over de luchtlandingen. Opmerkelijk was het boek van historicus W.H. Tiemens ‘Facetten van de Slag om Arnhem’. Deze auteur bracht een oud gerucht over de slag weer tot leven: het verraad van de luchtlandingen – onderdeel van operatie Market Garden – aan de Duitsers in 1944. Dit zou het werk zijn geweest van een belangrijk verzetsman, Christiaan Lindemans, bijgenaamd King Kong. Bovendien zou deze zelfde King Kong in 1946 zijn overleden in Nederlandse gevangenschap onder zeer opmerkelijke omstandigheden. King Kong, stelde Tiemens, had inderdaad het zaakje verraden, waardoor de oorlog met een jaar verlengd werd. En hij was niet dood, maar met medeweten van de Nederlandse autoriteiten in 1946 het land uitgesmokkeld. In zijn plaats was een ander lijk begraven op de Rotterdamse begraafplaats Crooswijk. Inmiddels is deze laatste bewering gelogenstraft; toen het graf in juni jl. werd opengemaakt, bleek het skelet van King Kong inderdaad in het graf te liggen. Die opening markeerde het eindpunt van een maandenlange procedure, op gang gezet door mevrouw Thöne-Siemens, ooit mede-verzetsstrijdster van King Kong. Parallel aan deze eis liep een door het Haarlems Dagblad aangespannen proces tegen de staat, om het dossier van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (destijds het Bureau Nationale Veiligheid) over King Kong, vrij te geven. Uit dit dossier zou immers kunnen worden opgemaakt of King Kong vermoord werd, of dat hij, zoals de officiële versie van het verhaal ons wil doen geloven, zelfmoord gepleegd heeft. Hoe het ook zij, de diverse aangespannen procedures, die uiteindelijk tot in de hoogste instanties behandeld werden, wierpen genoeg stof op om een ware publiciteitsgolf te veroorzaken. Die golf begon eind 1985 toen de Raad van State bevel gaf tot openbaarmaking van het oude King Kong dossier, althans één van de dossiers.

Prins Bernhard in het geding

Spoedig daarna kwamen ook oude beschuldigingen weer in de pers terecht: het oud-verzetsblad Trouw beet als eerste landelijke dagblad de spits af, toen het op 14 januari suggereerde dat er een link bestond tussen het verraad van King Kong en het hoofdkwartier van Prins Bernhard, destijds Bevelhebber Nederlandse Strijdkrachten. Deze beschuldiging was niet nieuw: reeds in 1945 was er door verschillende Britse kranten een dergelijke link gesuggereerd. Maar uitgerekend in 1986, het jaar van het 75e verjaardagsfuifje van Zijne Koninklijke Hoogheid, moest men deze zaak weer oprakelen. En dit terwijl in december vorig jaar ex-minister van defensie Vredeling (PvdA) zich (in sommige ogen) ook al ongelukkig had uitgelaten over de Prins.
Naast enige smakelijke anekdotes over zijn kontakten met de toenmalige Koningin Juliana (‘moe aan de telefoon’), beschreef deze politicus en ex-verzetsman de ega van de Moeder des Vaderlands als ‘een typiese mof’. Misschien was dit interview wel te verklaren uit de traditionele anti-Bernhard positie van het weekblad. In 1956 stelde het zich in de Hofmans-affaire via de pen van de heer Hilterman vierkant tegen Bernhard op. Of moeten we eerder denken aan een laatste poging van een groep al wat ouder wordende verzetsstrijders om alsnog wraak te nemen op iemand die ze beschouwen als een verrader?
Hoe dan ook, de aandacht van veel journalisten werd gedurende een aantal maanden op de zaak gericht. Het prijsgeven van de zorgvuldig gekuiste King Kong-dossiers (behalve Binnenlandse Zaken bleken ook Justitie, Buitenlandse Zaken en Algemene Zaken er dokumenten op na te houden) en de opening van het graf markeerden hoogtepunten in de zaak. Maar een aantal essentiële stukken zijn nog steeds niet vrijgegeven. Met name die die met de betrokkenheid van de Britse inlichtingendienst te maken hebben. Omdat er slechts een luchtje rond Bernhard hing en geen harde beschuldiging, kon het zorgvuldig in scène gezette tuinfeestje op zijn verjaardag doorgaan.
Maar waarom werd er eigenlijk zo’n drukte gemaakt over deze zaak? Daarvoor moeten we een stuk terug in de tijd naar de gebeurtenissen in het oorlogsjaar 1944. Prins Bernhard heeft toen in de Nederlandse oorlogsleiding een belangrijke positie verworven als Bevelhebber Nederlandse Strijdkrachten: onder hem vielen inlichtingen- en sabotage-akties in het bezette Nederland. Ook de terugkeer van het ‘wettig gezag’ in het bevrijde Nederland moest door het hoofdkwartier van de Prins worden voorbereid. Daarin was het van essentieel belang voor rechts (en dus de Prins) om de invloed van de Communistiese Partij uit te schakelen. Deze genoot toen veel gezag, vanwege haar leidende rol in het verzet.
Maar wat Bernhard en de kringen waarin hij vertoefde betrof, moest het naoorlogse Nederland zo veel mogelijk op oude leest worden geschoeid, dat wil zeggen: het kapitaal nog rijker dan voor de oorlog, de vakbond aan de leiband en alle organisaties links van de PvdA naar de verdoemenis. Het Oranjehuis, gesymboliseerd door Koningin Wilhelmina en Prins Bernhard, moest het bindende element van de naoorlogse samenleving worden. Het Nederlandse volk, samenwerkend aan de wederopbouw. Niks geen tegenstelling kapitaal-arbeid. De droom mocht niet verstoord worden. Dus werd Bernhard, als symbool van het gezag, inklusief Duitse afkomst, heilig verklaard. De gevolgen van dit misplaatste vertrouwen werkten nog tientallen jaren door.

Het verraad

We schrijven augustus 1944. De geallieerde legers zijn in opmars tegen het fascistiese Duitsland: in het oosten heeft het Rode Leger grote delen van Polen bevrijd, in het westen staan de Anglo-Amerikaanse legers aan de grens van België en Frankrijk. De Duitse verdedigingslijn in het westen is ingestort: het lijkt erop dat een snelle en vastberaden aanval over de grote rivieren via Nederland de oorlog nog voor de kerst tot een goed einde kan brengen. De bevrijding lijkt nabij en in de geallieerde bevelsstaven worden al weddenschappen afgelegd over het tijdstip waarop Berlijn zal worden ingenomen. Begin september vindt in Nederland ‘Dolle Dinsdag’ plaats: vele kollaborateurs vluchten het land uit, de bevolking van de grote steden loopt uit in de verwachting dat de Britse tanks elk ogenblik de weg af zullen rijden.
In deze periode van verwarring maken de Britten onder Generaal Montgomery plannen om door een snelle aanval via Nederland het hart van Hitlers Derde Rijk te treffen. Maar daarvoor is het noodzakelijk om de bruggen over de kanalen en grote rivieren (bij Nijmegen en Arnhem) intakt in handen te krijgen. Dus wil men parachutisten bij die bruggen neerlaten, die ze dan moeten innemen en vasthouden totdat de tanks van het Britse grondleger aankomen. Deze moeten vervolgens de Rijn oversteken en doorstoten naar het IJsselmeer. Van daaruit moeten dan het slotoffensief richting Duitsland worden ingezet.
Het plan is gewaagd: er zitten veel ‘maars’ aan: er zijn door Generaal Eisenhower, opperbevelhebber van de Brits-Amerikaanse strijdkrachten, niet voldoende middelen vrijgemaakt om de strijdmacht in te zetten die nodig is. De parachutisten moeten ver van de bruggen landen, hetgeen een lange opmars betekent. Het weer, van belang voor de steun van de luchtmacht en het bevoorraden van de para’s, is een onzekere faktor; om maar niet over de te verwachten Duitse tegenstand te spreken. Gemakshalve gaan de bevelhebbers van de geallieerden er van uit dat deze niet noemenswaard zal zijn, maar dit blijkt een fatale misrekening.
Op 17 september, op een zonnige zondagmiddag, begint de aanval. De parachutisten landen, de Britten bij Arnhem en de Amerikanen bij Nijmegen en Eindhoven. Een gedeelte van de Britten neemt de brug bij Arnhem in, maar deze groep wordt door de Duitsers geïsoleerd en kan niet versterkt worden. De oorzaak is de onverwachte (althans voor de para’s) aanwezigheid van de restanten van twee SS-pantserdivisies, de 9e en de 10e. Uiteindelijk wordt de brug bij Nijmegen wel ingenomen door Amerikaanse para’s, samen met de uit België aanvallende Britse grondtroepen. Maar bij Arnhem komt men te laat om de Britten bij de brug nog te ontzetten. De aanval stokt en mislukt, voornamelijk door de zware wapens van de SS-divisies. De restanten van de Britse parachutisten worden ten zuiden van de Rijn teruggetrokken. Daarmee wordt de hoop op een spoedig einde van de oorlog de bodem ingeslagen. Het Nederlandse volk gaat een hongerwinter tegemoet; vele tienduizenden zullen in de komende maanden nog sterven.

King Kong

Later beginnen in Britse kranten de geruchten: het aanvalsplan is verraden en wel door een Nederlands verzetsman, de toen al beroemde Christiaan Lindemans, bijgenaamd King Kong, vanwege zijn fysieke gestalte.
Deze zoon van een Rotterdamse garagehouder had er voor deze veldslag al een behoorlijk avontuurlijk leven op zitten, als we de overlevering mogen geloven. In 1938 trad hij in dienst van de Britse geheime dienst met als taak de Duitse scheepvaartbewegingen langs de Nieuwe Waterweg te observeren en door te geven aan Londen. Uit de vrijgegeven dossiers van de Nederlandse staat blijkt dat de kontaktman van King Kong in mei 1940, bij de Duitse inval, het land verliet. Niet duidelijk is of King Kong voor de Britten bleef werken. Als dat zo was, dan zouden de baantjes die hij deed in de jaren daarna, zeer nuttig zijn geweest. Hij begon met werken als chauffeur voor de Duitse luchtmacht in bezet gebied, vooral op de route Nederland – Frankrijk. Tijdens zijn werkzaamheden kwam hij zeker langs vele militaire objekten die de Britten interesseerden. Tegelijkertijd begon King Kong een carrière te bouwen in het betaald vervoeren van Joodse vluchtelingen richting Spanje. Uiteindelijk kwam hij door dit werk bij de verzetsgroep ‘Celotte VI’ terecht. Deze groep is interessant: één van haar teken was het instandhouden van een ‘pilot escape line’, een vluchtroute voor neergeschoten geallieerde vliegers. Deze groep werd mede georganiseerd door de Britten en gefinancierd door de Philips-fabriek. Kennelijk wilde deze naast haar met de bezetters kollaborerende aktiviteiten ook een duit in het zakje van het verzet doen. Het was in 1943 immers duidelijk dat Duitsland de oorlog niet meer kon winnen. Dat betekende dat elke zichzelf respekterende kapitalist zorgde dat ie in beide kampen zijn belangen veilig stelde. Zo ook Philips: aan de ene kant elektronica voor de oorlogvoerende Wehrmacht, aan de andere kant steun aan het verzet.
Volgens de meeste verhalen over King Kong, gaat deze in maart 1944 (sommige bronnen noemen een veel eerdere datum) voor de Duitse inlichtingendienst, de Abwehr van Admiraal Canaris, werken. Voor kortere of langere tijd heeft King Kong dus voor beide kanten gewerkt als een dubbelagent. Juist over dit punt zouden de nog steeds niet openbaar gemaakte Britse dokumenten over King Kong enige verheldering kunnen geven. Dubbelagenten zijn geen zeldzaamheid in de geschiedenis van de spionage. Ze kunnen ook willens en wetens in dienst worden gehouden door beide opdrachtgevers, omdat beide er belang bij denken te hebben, of omdat een kanaal naar de ‘andere kant’ van nut is. Bijvoorbeeld om boodschappen van bevriende kapitalisten met gemeenschappelijke belangen aan beide kanten van de frontlijn, over te brengen.
King Kong had in ieder geval iets met Philips en iets met de Britse en Duitse geheime diensten te maken. Alle getuigenverklaringen in de vrijgekomen dossiers wijzen ook op een bijzonder uitbundige levensstijl, waarvoor hoge inkomsten noodzakelijk waren. Deze kleurrijke dubbelagent zou op 15 september, twee dagen voor de start van Market Garden (de codenaam voor de aanval) de operatie aan de Duitsers verraden hebben. Om dat te kunnen doen, moest hij de kennis ergens hebben opgedaan. Men kwam terecht bij de staf van de Nederlandse Prins Bernhard, die begin september uit Londen naar het kontinent was teruggekeerd, als ‘Bevelhebber Nederlandse Strijdkrachten’. Uit diens omgeving zou de informatie over de op handen zijnde aanval gekomen zijn. Daardoor waren de Duitsers gewaarschuwd en konden ze klaar staan om de para’s tegen te houden.
Die beschuldiging, die regelrecht naar een lid van het Nederlandse Koninklijke Huis wees, is de oorzaak van alle drukte om de affaire King Kong. De (zelf)moord van de spion in 1946 was eigenlijk een voortvloeisel van deze eerste kontroverse. Daarin stond centraal zijn relatie met Prins Bernhard, die immer nauw betrokken was bij de geheime oorlogsvoering in bezet Nederland. Als Bernhard informatie over de Britse aanval had doorgespeeld, dan werd de ‘waarom’-vraag onvermijdelijk. Was er sprake van een vergissing of van boze opzet? Wat had de prins er voor baat bij om zo slordig om te gaan met dergelijke geheimen? Speelde misschien zijn Duitse afkomst een rol? En hoe zat het met zijn relatie met het bedrijfsleven in bezet Nederland? Dit waren vragen waarop in 1945-46, evenmin als in 1986, bevredigende antwoorden zijn gekomen. Wel duidelijk is dat lieden uit de direkte omgeving van Prins Bernhard, waaronder ene Kas de Graaf, hun uiterste best hebben gedaan om de dokumenten aangaande het verraad in 1945 te pakken te krijgen en daar pas mee ophielden na felle protesten aan het adres van Prins Bernhard. Daarna werd het probleem dan maar op een andere manier opgelost. King Kong verdween eenvoudigweg, zij het met ongepaste haast.
Maar eerst: was er wel sprake van verraad? Het tijdstip waarop het verraad zou hebben plaatsgevonden is van groot belang. De populaire verhalen die in 1945 in de Britse pers opdoken en weer opgehaald zijn in de Nederlandse media de afgelopen maanden hebben het over het bezoek van King Kong aan zijn Duitse opdrachtgevers op 15 september 1944. Toen zou de zaak verraden zijn. Maar als dat zo is, dan kan het weinig gewicht hebben gehad. Informatie die op een dergelijke manier aan een militaire inlichtingendienst geleverd wordt, twee dagen voor de bewuste operatie en blijkbaar uit één bron afkomstig, is zelden genoeg om gevolgen te hebben voor militaire operaties. De tijd is simpelweg te kort, er is geen tijd om andere bronnen na te gaan. Maar in dit geval waren de twee divisies die de grootste schade aan de Britten toebrachten, al aanwezig: de 9e en 10e SS-divisie, althans gedeeltes daarvan. Een verraad op de 15e zou dus hoogstens als een soort bevestiging hebben kunnen dienen: een laatste melding van het tijdstip en de datum van de aanval. Dit was waarschijnlijk de inhoud van de boodschap die King Kong op de 15e doorspeelde aan de Abwehr, de Duitse militaire inlichtingendienst, samen met details over de landingszones. Tussen 15 en 17 september vond er inderdaad nog een kleine verschuiving in de dispositie (opstelling) van de Duitse troepen plaats: een SS-opleidingsbataljon, onder bevel van Sturmbannfúhrer Krafft werd in de nacht van de 16e op de 17e september ten westen van Oosterbeek in stelling gebracht. Daarmee kwamen ze direkt op de opmarsroute van de Britse parachutisten te liggen, die na hun landing op de Renkumse heide naar de Arnhemse brug moesten marcheren, De door Krafft veroorzaakte vertraging stelde de SS-pantserdivies in staat om ook in te grijpen. Het verraad van 15 september was dus belangrijk, maar niet doorslaggevend.
Daarmee is de kous nog niet af. In de dokumenten die dit voorjaar door de Nederlandse regering zijn vrijgegeven, zitten enkele stukken die op een eerder verraad wijzen. Een verraad dat verdergaande konsekwenties had. Volgens de naoorlogse ondervraging van een Duitse inlichtingenofficier, Wilhelm Schoewitz geheten, zou King Kong al eerder op bezoek zijn geweest bij de Abwehr en wel 8-10 dagen voor de landing bij Arnhem, dus tussen 7 en 9 september. Die datum is interessant, omdat het hoofdkwartier van Bernhard op 6 september vanuit Londen naar Brussel was overgeplaatst. Volgens weer andere bronnen (aangehaald door het dagblad Trouw) was er waarschijnlijk kontakt tussen King Kong en Kas de Graaf, lid van de staf van Prins Bernhard in hotel Metropole, op 7 of 8 september. Tenslotte is van belang dat Market Garden al vanaf eind augustus gepland werd door de Britse legerstaf van Generaal Montgomery, zij het eerst onder de naam ‘Cornet’. Bernhard is op 6 of 7 september ingelicht over de op handen zijnde operatie (het ging tenslotte om Nederlands grondgebied) en heeft waarschijnlijk zijn staf hierover geïnformeerd. Pas op 10 september werd van hoogste hand (door Generaal Eisenhower, de ‘baas’ van Montgomery) officieel toestemming gegeven voor de doorgang van Market Garden.
Gaan we nog verder terug, naar eind augustus, dan vinden we in de dokumenten nog een bericht dat wijst op Duitse voorkennis van de operatie en wel vanaf 25 augustus. Dus toen een aanval op de brug bij Arnhem nog in het allervroegste stadium van planning was. Pikant detail voor wat betreft de september-fase van de planning, is dat bovengenoemde Schoewitz vertelde dat King Kong toegang zou hebben gehad tot “een kamer in het Britse stafkwartier, te Brussel, waar de nieuwste aanvalsplannen bewaard werden.” (aldus het verhoorrapport van het Bureau Nationale Veiligheid, District Rotterdam).
Er zijn dus aanwijzingen dat de Duitsers in een vroeg stadium wisten dat er in het gebied rond Arnhem en Nijmegen luchtlandingen te verwachten waren. Daar hebben ze in eerste instantie geen maatregelen tegen genomen: ze wisten blijkbaar ook dat het slechts om een plan ging, dat misschien zou doorgaan, misschien ook niet. Op een dergelijke inlichtingenbasis zou het dwaas zijn geweest om onmiddellijk versterkingen naar het gebied te sturen. Men heeft gewacht op verdere bevestigingen: bovendien heeft het Duitse opperbevel zelf ook gekeken naar routes waarlangs de geallieerde legers mogelijk Duitsland zouden binnendringen. Arnhem was daar een van. De restanten van de 9e en 10e SS-pantserdivisie, zwaar gehavend in de slag om Normandië, werden tijdens hun terugtocht naar de direkte omgeving van Arnhem gedirigeerd, omstreeks 7 september.
Van daaruit zouden ze gedeeltelijk terug naar Duitsland moeten gaan om opnieuw te worden uitgerust. Waarschijnlijk was hun aanwezigheid in dit gebied vooral te wijten aan de kalkulaties van het Duitse opperbevel. Maar daar kwamen nu nieuwe elementen bij in de vorm van de inlichtingen van King Kong, omstreeks 7 en op 15 september. Na de aankomst in het gebied rond Arnhem kreeg één van de divisies het bevel om naar Duitsland te vertrekken (de 9e), de 10e moest daar blijven. Bovendien moest de 9e al haar materiaal overdragen aan de 10e alvorens op weg te gaan. Beide pantserdivisies moesten eigenlijk in Duitsland herstellen, maar dit plan veranderde plotsklaps toen één van de divisies bevel kreeg om te blijven, om luchtlandingen af te slaan. Dit bevel kwam na het eerste bezoek van King Kong aan de Abwehr, misschien zelfs na het definitieve bevel van Eisenhower om door te gaan met de operatie.
De door King Kong doorgespeelde informatie speelde waarschijnlijk een rol in het besluit om een divisie achter te laten. De ‘verhuizing’ van de 9e divisie was al begonnen op 17 september, toen de luchtlandingen begonnen. Het materiaal werd razendsnel van de treinen genomen en naar het slagveld gestuurd. Binnen enkele uren waren er al pantserwagens onderweg om de Britten tegen te houden. De zeer snelle reaktie suggereert dat hier ook een element van voorkennis in het spel was. Verrassing speelt een zeer belangrijke rol in luchtlandingen: de verdediging heeft meestal flink wat tijd nodig om te beslissen wat er aan de hand is, verkenningsrapporten te ontvangen en evalueren en bevelen uit te doen gaan. Niets van dat alles hier: de Duitse reaktiesnelheid deed een ieder versteld staan.
En tenslotte was de waarschuwing die op de 15e september werd doorgegeven ook waarschijnlijk aanleiding om het ‘Krafft bataljon’ in de hoogste staat van paraatheid te brengen, één nacht voor de landingen.

Samenvattend:
(1) De Duitsers hadden waarschijnlijk meer bronnen dan King Kong alleen om achter de geallieerde bedoelingen te komen.
(2) Ze hebben zelf ook een inschatting gemaakt dat Arnhem een mogelijk doel was.
(3) De overblijfselen van de 9e en 10e SS-pantserdivisie waren al in positie toen het verraad gepleegd werd.
(4) De informatie van King Kong (en uiteindelijk Prins Bernhard) heeft waarschijnlijk wel geleid tot een verregaande staat van paraatheid bij de SS-eenheden, die als het ware klaar stonden om de Britten te ontvangen.

Opvallend is de beslissende rol die in deze veldslag gespeeld werd door de voor Hitler politiek betrouwbare SS-eenheden, die veelal gescheiden opereerden van de rest van het Duitse leger. Het lijkt zeer waarschijnlijk dat de SS-generaals vertrouwelijk waren geïnformeerd over de op handen zijnde aanval. Dit terwijl de (niet SS-)generaal Model zo verrast was dat hij zijn lunch in Hotel Hartestein in Oosterbeek moest laten staan en er als een haas vandoor moest om niet gevangen genomen te worden. Dit ondanks het feit dat hij in naam de SS-divisies onder zijn bevel had.
Waar komen we nu op uit met deze uitstap in de krijgsgeschiedenis? Welnu, ondanks alle pogingen om de rol van Bernhard te verdonkeremanen, was hij waarschijnlijk de bron van de informatie die de SS-divisies in staat van paraatheid bracht. Maar was hier sprake van boze opzet, of van misdadige nalatigheid die enkele duizenden parachutisten de kop kostte? In beide gevallen ligt het voor de hand dat de Nederlandse regering na de oorlog alles in het werk zou stellen om Bernhards betrokkenheid in de doofpot te stoppen. Dat gebeurde ook. Maar er zouden meer vragen gesteld moeten worden. De Britse inlichtingendienst stuurde King Kong op 15 september naar Eindhoven om kontakt te leggen met het verzet. Ze gebruikte daarvoor King Kong op aandringen van Bernhard, of de staf van Bernhard. De vraag is, waarom? Het bericht dat King Kong moest overbrengen had te maken met de komende aanval. Er bestaan verschillende versies van de boodschap. De ene houdt in dat het verzet zich gereed moest houden om de geallieerde legers te ontvangen die uit België zouden komen op weg naar Nijmegen en Arnhem. Een andere versie houdt het erop dat het verzet geen neergeschoten geallieerde piloten meer moest doorsturen door de linies.

Philips

Waarom stond de Prins erop dat King Kong zou worden gebruikt voor deze koerierstaak? Tenslotte kunnen dergelijke boodschappen door elke betrouwbare verzetsman/vrouw worden doorgegeven, daar is geen kopstuk voor nodig. In de vrijgegeven dokumenten staat misschien een vingerwijzing. De verzetslieden die King Kong ging opzoeken waren leden van de direktie van Philips. Dit stuk grootkapitaal had bij de komende gevechten een heel direkt belang: haar fabrieken stonden langs de route die de aanvallende Britse troepen moesten volgen op weg naar Arnhem. Zware gevechten in en rond Eindhoven lagen voor de hand. Maar toen het eenmaal zover was, gebeurde er niets. Er werd ten zuiden van Eindhoven zwaar gevochten, evenals ten noorden ervan; maar in de stad zelf werd geen noemenswaardige tegenstand geboden. Dit in een stadium van de oorlog waarin langs het Oostfront elke stad hardnekkig verdedigd werd tegen de oprukkende Russiese legers. (Steden zijn zeer geschikt voor het voeren van een verdedigend gevecht). Ook de al eerder genoemde Wilhelm Schoewitz heeft hier nog iets over te zeggen. In hetzelfde ondervragingsrapport vertelt hij dat King Kong bij zijn eerste bezoek aan de Abwehr (7-9 september) had beweerd dat “een employee van Philips te Eindhoven opdracht had, bepaalde installaties te vernietigen, teneinde te voorkomen, dat deze in geallieerde handen zouden vallen.”
Is er een konnektie tussen de twee gebeurtenissen? We kunnen er alleen naar gissen. Mogelijkerwijze heeft King Kong deze zelfde informatie doorgespeeld aan de Philips-direktie, die daar waarschijnlijk wel blij mee was. Maar behalve door direkte sabotage, konden de fabrieken natuurlijk ook vernietigd worden door gevechten. Er is niet gevochten, dus is er een overeenkomst gesloten. Een deal waarbij behalve de Philips-direktie ook Prins Bernhard, King Kong en een gedeelte van de Duitse autoriteiten bij betrokken moet zijn geweest.

Doofpot

Maar om een bevestiging van die laatste stelling te vinden, moeten we eerst inzage krijgen in de vele stoffige dossiers die her en der nog bewaard worden. Misschien zou een definitief bewijs van moord op King Kong nog een en ander kunnen losmaken. Maar het Gerechtelijk Geneeskundig Laboratorium in Rijswijk, dat de botten moet onderzoeken en een rapport erover opstellen, heeft geen goede naam in ‘gevoelige’ zaken. Hetzelfde laboratorium was ook betrokken bij de affaire Hans Kok en produceerde toen een uiterst dubieus rapport over de doodsoorzaak. Opmerkelijk is dat de Gravendienst van het leger, zeer ervaren in dit soort onderzoek, na veel touwtrekken achter de schermen, buiten het onderzoek is gehouden. En de houding van drs. Voortman, werkzaam bij ditzelfde laboratorium, doet het ergste vrezen. Deze liet na de grafopening diverse verslaggevers weten, dat een onderzoek naar arsenicum in de botten van King Kong, niet noodzakelijk was. Misschien willen sommige mensen toch maar liever niet dat er te veel gesnuffeld wordt naar de omstandigheden van King Kongs dood.

AMOK