Richard Donk legt de verantwoordelijkheid voor de invasie van Irak in 2003 volledig bij de inlichtingendiensten (RD 19-3) en veronachtzaamt helaas de rol van de Amerikaanse en Britse regeringen.
Inderdaad rapporteerde het hoofd van de CIA, directeur Tenet, aan de regering-Bush dat er massavernietigingswapens waren in Irak. Maar daarmee negeerde hij zijn eigen inlichtingenanalisten. De CIA-chef in Parijs meldde in het BBC-onderzoeksprogramma Panorama (uitgezonden 18 maart 2013) dat hij destijds Tenet informeerde over de onbetrouwbaarheid van de inlichtingen die de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Powell, gebruikte in zijn toespraak voor de VN. Daarin beweerde deze glashard dat er massavernietigingswapens in Irak waren.
Het negeren van de eigen analisten was niet zo vreemd, omdat er al een besluit was gevallen om Irak binnen te vallen. Niet alleen de eigen analisten werden genegeerd, maar ook VN-inspecteurs in Irak die meldden dat er geen massavernietigingswapens waren. Er waren bovendien nog meer hooggeplaatste bronnen in Irak die dit hadden bevestigd aan de westerse inlichtingendiensten. De juistheid of onjuistheid van de bronnen deed echter niet ter zake.
Om die reden moet de vraag naar verantwoordelijkheid niet alleen gaan over de rol van de inlichtingendiensten, maar ook over de politieke besluitvorming. Het gaat daarbij om de kwestie of er sprake was van voorbereidingen om een illegale oorlog te voeren. Dat is een schending van het volkerenrecht en een zaak voor het Internationaal Gerechtshof.
Reformatorisch Dagblad