Het Westen suggereert er alles aan te hebben gedaan een oorlog in Kosovo te voorkomen.
De voorgestelde maatregelen laten de strijdende partijen echter koud, weet Karel Koster.
Het is dringend nodig na te denken over alternatieven die een escalatie voorkomen.
De oorlog in Kosovo barst opnieuw uit. De slachting van meer dan veertig dorpelingen afgelopen weekend, vermoedelijk aangericht door Servische paramilitaire eenheden, laat zien dat het westerse beleid geen vrede zal bewerkstelligen.
De regering in Albanië doet verwoede pogingen de militante en gematigde Albanese politici uit Kosovo op een lijn te brengen. Als een gezamenlijk standpunt uitblijft, zal de militante lijn van het Kosovar Bevrijdingsleger (KLA) de overhand krijgen. Een escalatie is dan onvermijdelijk, aangezien de Joegoslavische autoriteiten elke moordaanslag op een Servische burger of politieagent gebruiken om massale represailles uit te voeren. Verder is de Servische president Milosevic in staat een uitgebreide oorlog, inclusief NAVO-interventie, te gebruiken om zijn binnenlandse positie te verstevigen.
De teneur van de magere berichtgeving in de pers is, dat de westerse politiek alles gedaan heeft wat mogelijk was. De waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zijn eind januari ter plekke, een reddingsmacht van de NAVO van vijfduizend man moet vanuit Macedonië zekerheid bieden. Nederland neemt aan beide organisaties deel. De Amerikanen hebben huurlingen ingeschakeld als waarnemer, waarmee ze ongewild duidelijk hebben gemaakt hoe weinig vertrouwen ze in die operatie hebben. Ze doen ook al niet mee met grondtroepen aan de reddingsmacht. Dat is allesbehalve merkwaardig, aangezien deze strijdkracht met een onmogelijke missie wordt opgezadeld. De voorgestelde maatregelen zullen geen enkel effect hebben op de strijdende partijen en verhullen het feit dat alle pogingen tot een politiek vergelijk te komen zijn mislukt.
Er moet nodig over alternatieven worden gediscussieerd. Het lijkt mij dat elke maatregel minimaal gericht moet zijn op het bevriezen van de situatie. Een van de belangrijkste escalerende factoren is de toenemende bewapening en financiële steun voor het Kosovar Bevrijdingsleger. De KLA wordt bewapend vanuit Albanië. Dat is ook de belangrijkste weg waarlangs getrainde manschappen en geld het land binnenkomen. Dit is mogelijk, omdat de Albanese staat nauwelijks zijn gezag kan laten gelden in grote delen van het land, onder andere omdat een deel van de bevolking sympathiseert met de guerrilla’s van de KLA. Het is van cruciaal belang de Albanese regering te overtuigen van de noodzaak het doen en laten van de KLA te controleren, desnoods met behulp van NAVO-troepen. Daarbij moet wel een uitgebreid economisch hulpprogramma worden geboden om de bevolking te laten zien dat het niet in haar belang is als uitvalsgebied voor de KLA te dienen. Als de stroom van wapens, rekruten en financiële steun kan worden afgesloten of sterk verminderd, wordt de mogelijkheid voor de KLA om oorlog te voeren sterk ingeperkt.
Aan de Joegoslavische kant moet de zaak anders worden aangepakt. Er moet worden afgezien van de dreigende kanonneerbootpolitiek met kruisraketten, die goed werkt in de media en verder volkomen nutteloos is om de besluitvorming van iemand als Milosevic te beïnvloeden. Cruciaal is de financiële smokkelwegen af te sluiten waarlangs de politieke elite rondom Milosevic zich verrijkt. Ook moet de Joegoslavische regeringszender worden gestoord en moeten de onafhankelijke media en groeperingen die een oplossing voor Kosovo steunen, worden gestimuleerd. Zo wordt het voor een politieke oppositie mogelijk aan kracht te winnen.
Ten slotte is er nog de regionale politiek. Het is niet in het belang van de buurstaten dat de bestaande grenzen worden weggevaagd en delen van hun grondgebied worden opgenomen in een groot-Albanië. Bovendien leiden zij grote schade door de politieke sancties tegen Joegoslavië en de bloei van de georganiseerde misdaad die het gevolg is van de oorlogen. Een spoedig overleg van EU-onderhandelaars met deze staten (Griekenland, Hongarije, Macedonië, Bulgarije en Turkije) komt misschien ook tot andere oplossingen dan oorlog.
Trouw