In het overzicht over de NAVO-raketschildplannen staat: “Bij tests heeft de SM-3 betere resultaten opgeleverd dan andere antiraketsystemen” (NRC Handelsblad, 18 november).
Dat is misschien letterlijk waar, maar de vraag is of die verbetering het cruciale probleem van alle antiraketsystemen, het vinden en stoppen van het juiste doel, oplost. Dat wordt bestreden door de Amerikaanse deskundigen George N. Lewis en Theodore A. Postol die de resultaten van de SM-3-tests waar naar verwezen wordt, hebben bestudeerd. Zij stellen dat deze waren geregisseerd op een manier die fundamentele fouten verborg. Ze noemen twee cruciale kwesties. De eerste is het probleem rond de namaakkop (decoy). Een aanvallende raketkop kan ook namaakkoppen uitstoten evenals lange dunne draden, die hetzelfde radarsignaal afgeven als de echte kop. Het is onmogelijk voor de radarsystemen waarvan de onderscheppingsraket afhankelijk is om honderden van dergelijke objecten tegelijk te volgen en te raken. Op grond van de testresultaten constateren de onderzoekers bovendien dat de SM-3 in de meeste tests wel de draagraket maar niet de bewapende kop geraakt zou hebben.
NRC