De kansen op een Europees leger

In 1995 moet het NAVO-interventieverdrag gereed zijn en moeten de interventietroepen van het bondgenootschap klaar staan voor actie. In dat jaar kan duidelijk worden welke vorm de Europese defensie aanneemt.

In een inleiding op een studiedag, georganiseerd door de Henk Sneevliet Stichting en de SAP, ontvouwde Karel Koster een drietal mogelijke modellen. Dit artikel is een weergave van dit deel van zijn betoog.

In het eerste model blijft de NAVO gewoon bestaan, met de Verenigde Staten als leider. In het tweede model komen de Verenigde Staten en Europa losser van elkaar te staan, het Europese model. Als derde model moet met een renationalisatie rekening gehouden worden.

In het eerste model blijft de NAVO gewoon bij elkaar. Het is heel goed mogelijk dat de NAVO een soort lege huls wordt. Zij blijft bestaan omdat ze een of ander politiek belang dient. Intussen gaan de lidstaten echter hun eigen weg.
Met dit eerste model bedoel ik echter dat de oude verhoudingen blijven bestaan. Een door de Verenigde Staten geleide militaire macht, die wellicht de militaire arm van de Verenigde Naties wordt. De NAVO heeft de laatste drie jaar een soort psychologische krisis doorgemaakt. Geen Koude Oorlog meer, geen Sovjet-Unie meer. De vraag ‘wat nu, waar zijn we eigenlijk voor?’ drong zich op. Die nieuwe legitimatie kan verkregen worden door te interveniëren als vrede-afdwinger (peace-enforcer) namens de VN. Ik denk dat dit een minder waarschijnlijke weg is.
Er zijn echter wel een aantal tekens die die kant op wijzen. Opvallend was dat de NAVO recent in Duitsland oefende in het beveiligen van een bevoorradingsroute — kortom een ex-Joegoslavië-operatie. Er zijn aanwijzingen van sommige politici, dat de NAVO die interventiemacht gaat leveren die optreedt als brandweer van de Verenigde Naties (VN) en eventueel van de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE). Het zou dan een regionale organisatie worden, ondergeschikt aan de VN of de CVSE. Overigens zijn de CVSE en de VN niet zo belangrijk. Het is eigenlijk een beetje ideologische rimram bovenop het geheel. Het draait om de door de Verenigde Staten gedomineerde interventiemacht van de NAVO die met een omweg, via de VN en eventueel via de CVSE, wordt ingezet.
Er zijn ook concrete voorbeelden van de NAVO die buiten de door het NAVO-verdrag bepaalde gebieden in actie is. Het hoofdkwartier van het NAVO-leger voor Noord-Europa is gedeeltelijk overgeplant naar Sarajewo waar ze militaire operaties van de VN leidt. De NAVO in actie, alleen het mag geen NAVO-actie heten. Zo raakt de NAVO sluipenderwijs betrokken bij VN-zaken.

Remmen

Er zitten twee heel belangrijke remmen op die taken voor de NAVO. Eén daarvan is de Duitse grondwet. (Zie het artikel elders in dit blad) De Fransen trekken aan de andere rem. Men dacht dat de Fransen hun verzet tegen out-of-area-operaties zouden opgeven toen ze het Eurokorps — dat ze samen met de Duitsers hebben opgericht — ter beschikking van de NAVO stelden. Toen het Defense Planning Committee van de NAVO zich echter uit moest spreken voor de defensiemacht van de VN moest ze het zonder Fransen doen. Een paar vergaderingen later in de Noord-Atlantische Raad zei de Franse minister Dumas uitdrukkelijk dat het feest niet doorgaat, tenzij de NAVO verandert (lees: de Amerikaanse invloed wordt teruggedrongen). De Franse oppositie is blijkbaar nog steeds springlevend. Een zeer belangrijk gegeven, omdat de Fransen een kernwapenmacht onder zich hebben waar de Duitsers zich mogelijk bij aan willen sluiten.

Europese varianten

De tweede variant bestaat eigenlijk uit twee subvarianten. De West-Europese Unie (WEU) heeft lang een slapend bestaan geleid maar is vanaf 1985-1986 aanzienlijk actiever geworden. Zij heeft een eigen staf, maar nauwelijks een uitvoerende structuur. Af en toe worden ergens schepen naar toe gestuurd, die in feite echter voor de NAVO werken; een kwestie van dubbele petten.
Je mag aannemen dat die activering een politiek doel heeft, namelijk dat men los van de Verenigde Staten wil opereren. Veel belangrijker is de oprichting van het Frans-Duitse Eurokorps — de Europese legermacht — met enkele tienduizenden manschappen en met helikopters en tanks. De Spanjaarden en Italianen toonden er een beetje belangstelling voor, maar doen niet officieel mee. België heeft een toezegging van meer dan 25.000 man gedaan. Ook een eenheid van de Nederlandse luchtmobiele brigade die nu een brave NAVO-eenheid is, kan deel worden van het Eurokorps.
Het oprichten van het Eurokorps was een manier van de Fransen en Duitsers om te zeggen, ‘we saboteren niet de NAVO, we proberen het niet in de WEU te krijgen, maar je moet wel rekening met ons houden’. Het belang ervan is, dat het een potentieel onafhankelijke politieke rol kan spelen in Europa. De Fransen en Duitsers kunnen zelfstandig militaire beslissingen nemen, eventueel in samenwerking met andere WEU-landen.
Er mogen dan wel grenzen aan die inzet zijn — het is nog lang geen goed lopend geheel en oefeningen schijnen een enorme puinhoop te zijn —, het bestaan van het Eurokorps is een belangrijk politiek feit.
Er zijn ook tekenen uit de Verenigde Staten die wijzen op dit Europese model. Al lang speelt in de Verenigde Staten de discussie dat de Europeanen zelf moeten betalen voor hun verdediging. Dit standpunt wordt inmiddels in serieuzer beleid om-gezet. Bijvoorbeeld door het drastisch verlagen van bijdragen van de Verenigde Staten aan het NAVO-infrastructuurfonds. Dit fonds wordt gebruikt om vliegvelden, gemeenschappelijke verbindingen en dergelijke van de Verenigde Staten, die van belang zijn voor de hele alliantie, te financieren. Alle NAVO-landen betalen daar aan mee.
Ook zijn de Verenigde Staten begonnen met het sluiten van een aantal vliegvelden en militaire bases in Europa. Het ging zelfs zover, dat de Duitse secretaris-generaal van de NAVO Wörner, Bush heeft gewaarschuwd niet verder te gaan, omdat de Verenigde Staten in dat geval de rol van een stel huurlingen zouden krijgen die telkens even in Europa langskomen, ingekocht voor verdediging. Hoever de terugtrekking van de Verenigde Staten doorzet is nog niet helemaal duidelijk. Hoe groter die terugtrekking des te meer kans maakt de ontwikkeling van een Europees model.
Het tweede Europese model is een subvariant van het vorige. Sinds de Europese monetaire crisis wordt gespeculeerd over een mogelijk opsplitsing van Europa in twee delen; het Europa van de twee snelheden. Krijgen we straks niet alleen een monetaire tweedeling van Europa, maar ook een politieke? Noord-West (Benelux, Duitsland, Frankrijk) met een eigen buitenlandse politiek, tegenover de rest? Er zijn geen tekenen dat zich dat verder zal doorzetten maar het lijkt toch een logisch vervolg op een economische en monetaire tweedeling.

Nationale machtspolitiek

In het derde model staat renationalisatie centraal. Een terugkeer naar 1914. De landen van Europa gaan een eigen politiek voeren. Duitsland zal daarbij voorop lopen, met dezelfde invloed die ze nu via de EG uitoefent. Niet langer zal de compromissenpolitiek tussen de verschillende landen van de EG de dienst uitmaken, maar naakte geopolitiek, waarbij eigen nationaal belang voorop staat. In de Duitse politiek wordt wel degelijk rekening gehouden met een Duitse Alleingang. De betekenis van de legerstructuur die in het Oosten van Duitsland opgebouwd wordt, is dat de Duitsers zelf operaties kunnen opzetten. Als dat gebeurt zou daar zonder meer een Duitse atoombom bij horen. Het is al vaak betoogd: Duitsland kan een atoombom maken. De enige rem is het non-proliferatieverdrag. Dat wordt vernieuwd in 1995. Dat jaar kan mede daarom belangrijk worden.
Nationale geopolitiek is een optie voor Duitsland en misschien ook voor Frankrijk. Het zal niet plezierig zijn voor de kleinere landen. Je kunt dan allerlei herschikkingen en reorganisaties van betrekkingen en plaatselijk bondgenootschappen gaan zien. Als de eerder genoemde mogelijkheden niet tot stand komen, dan is dit een mogelijkheid.
Tenslotte is er het thuisfront en de politieke steun voor interveniëren elders in de wereld. Momenteel wordt een ideologische rol gespeeld door de Verenigde Naties: promotie van interventie in het kader van humanitaire actie. Daar is steun voor, in Nederland zelfs massale steun. Het is de vraag of die steun blijft bestaan als er echt doden vallen bij die interventies. Waarschijnlijk zal men dan terugkomen van het idee van humanitaire interventie en overschakelen naar de naakte belangenbehartiging.

Leden van de Noord Atlantische Samenwerkingsraad op 5 juni 1992

Kernwapens
De Franse kernwapenmacht is onafhankelijk, maar de Britse is met handen en voeten aan de Amerikanen gebonden. Technische ontwikkeling, maar ook het onderhoud van kernkoppen wordt door de Verenigde Staten gedaan. Theoretisch hebben de Britten echter een onafhankelijk inzetbare strategische kernwapenmacht. Wat gaat daarmee gebeuren? Misschien gaan de Britten en Fransen samenwerken. Een interessant meetpunt is daarvoor is de Tactical Air to Surface Missile. Deze wordt van grote afstand afgevuurd door vliegtuigen en kan een doel bestoken op honderden kilometers afstand. Zo’n wapen wordt momenteel door de Verenigde Staten ontwikkeld, maar ook door de Fransen. De Britten houden zich al jarenlang afzijdig en stellen de besluitvorming over deelname telkens uit. Het zal een belangrijk gegeven zijn voor de Europese politiek als de Britten besluiten met de Fransen mee te doen zonder gebruik te maken van het Amerikaanse wapen.

Gevechtsinlichtingen

Inlichtingen verzamelen is zeer belangrijk. De afgelopen dertig jaar hadden de Amerikanen een monopolie op het vergaren van technische Inlichtingen. De NAVO-bondgenoten moesten maar geloven wat de Amerikanen hen vertelden. Wat de Amerikanen hierdoor konden doen werd duidelijk in de eerste Golfoorlog. Er werden vervalste satellietfoto’s aan zowel Irak als Iran doorgespeeld. Europese politici hebben dit ook gezien. Ze dachten `De Amerikanen zijn dan wel onze bondgenoten, en we houden van ze, maar we hebben toch liever een eigen satellietverzamelcapaciteit.’

Interventiecapaciteit

Interventiecapaciteit is de mogelijkheid voor een leger om op grotere afstand te Interveniëren. De huidige situatie is zo, dat alléén de Amerikanen dat op grotere schaal kunnen, de Britten dit op kleine schaal kunnen en dat de rest het niet kan. Interventiecapaciteit vereist met name een strategische transportvloot van schepen en vliegtuigen. Schepen zijn misschien nog te ronselen, maar strategische luchttransporten in Europese handen bestaan niet. Een eerste voorwaarde voor een zelfstandige Europese politiek is dan ook een eigen luchttransportvloot. Er is een plan om zoiets te bouwen: de ‘VLA’ (Very Large Aircraft). Dat is een groot transportvliegtuig vergelijkbaar met de Amerikaanse Galaxy dat tanks, artillerie enz. kan vervoeren en over grote afstanden kan worden ingezet.

VD AMOK