De ratio heeft gezegevierd, schreef u in uw hoofdredactioneel commentaar (23 december) op het nieuwe Start-verdrag, bedoeld om het aantal kernwapens van Rusland en de VS te verminderen.
Bij uw optimistische oordeel hoort een paar relativerende kanttekeningen. Het verdrag reduceert inderdaad het vermogen van de twee belangrijkste kernwapenstaten om de wereld te vernietigen. Zoals de Amerikaanse Republikeinse senator Alexander het zo treffend verwoordde: we houden er nog steeds genoeg over om iedere aanvaller naar het hiernamaals te blazen.
Daar komt nu ook het levensgevaarlijke plan bij om conventionele koppen in plaats van nucleaire op Amerikaanse raketten te monteren. Misschien de belangrijkste kanttekening is de verhoging met miljarden dollars van de begroting voor het Amerikaanse nucleair-industrieel complex, die tot doel heeft de capaciteit om nieuwe kernwapens te bouwen en ontwikkelen, uit te breiden.
Substantiële aantallen kernkoppen van de ontmantelde systemen worden bovendien bewaard voor eventueel ‘hergebruik’. Er worden nieuwe lanceersystemen zoals onderzeeërs en raketten ontwikkeld om de bestaande over 30 jaar te vervangen. En als klap op de vuurpijl worden immense bedragen uitgegeven aan de ontwikkeling van een raketschild, dat op zichzelf destabiliserend werkt.
de Volkskrant