In de Verenigde Naties wordt elk jaar het kernwapenbeleid van de kernwapenstaten ter discussie gesteld. Ook het NAVO-kernwapenbeleid valt daaronder. De Nederlandse regering is van mening dat dit beleid niet kan worden losgelaten, de Nederlandse bevolking denkt daar anders over blijkens een NIPO opinieonderzoek.
Gedurende de tachtiger jaren werd tijdens de strijd tegen de kruisraketten regelmatig de mening van de Nederlandse bevolking over kernwapens getoetst. Nu de eerste acties van een nieuwe beweging tegen kernwapens worden gevoerd (de burgerinspecties van de luchtmachtbasis Volkel en de acties tegen de Trident onderzeeërs in Groot-Brittannië), is het interessant om kennis te nemen van de huidige mening van het Nederlandse publiek hierover. Het beëindigen van de Koude Oorlog negen jaar geleden heeft inderdaad het idee post doen vatten dat er geen kernwapens meer zijn in Nederland. Maar weinigen zijn op de hoogte van de voortgezette aanwezigheid van kernbommen op vliegbasis Volkel in gepantserde kelders onder de vliegtuighangars. Er wordt door de F-16 piloten van de Koninklijke Luchtmacht nog steeds geoefend voor de inzet van die kernwapens in het kader van de nucleaire strategie van de NAVO. De Nederlandse regering houdt dan ook nog steeds vast aan deze strategie. Dat bleek uit een recente stemming in het First Committee, een orgaan van de Verenigde Naties, over een motie van de zogenoemde New Agenda Coalition (onder meer bestaande uit Zuid-Afrika en Zweden) die aandrongen op snellere nucleaire ontwapening. Na intense druk door de anti-kernwapen lobby (en een bezoek van de Canadese senator Roche die in Duitsland en Nederland steun voor de motie kwam bepleiten) bleek de regering bereid om zich te onthouden van stemming.
Opinieonderzoek
Wat vindt de Nederlandse bevolking hiervan? Uit het in september uitgevoerde onderzoek (in opdracht van de Werkgroep Eurobom en NVMP-Gezondheidszorg en Vredesvraagstukken), blijkt dat het Nederlandse lidmaatschap van de NAVO niet ter discussie staat – slechts 3% wil uit de NAVO – maar dat de Nederlanders wel een ander kernwapenbeleid van de NAVO willen, dat gericht is op het kernwapenvrij maken van Europa.
Nog slechts 12% is van mening dat kernwapens “noodzakelijk zijn voor militaire verdediging” en dat daarom “een wereld zonder kernwapens ondenkbaar is”, 62% is het oneens met die stelling. De militaire noodzaak van kernwapens is in de ogen van de publieke opinie vrijwel verdwenen.
Op de vraag “vindt U dat Europa of delen daarvan kernwapenvrij moeten worden?” zegt 65% ja, 16% nee en heeft 19% geen oordeel. De achterbannen van de paarse partijen vinden dat in vrijwel gelijke mate: VVD 59%, PvdA 73%, D66 74%. Vrijwel iedereen (79%) die een kernwapenvrij Europa ondersteunt, wil dat “heel Europa, dus ook Rusland” kernwapenvrij wordt, 21% vindt dat één of meer kernwapenstaten hun kernwapens nog mogen houden en dat de rest kernwapenvrij moet worden. Een ruime meerderheid in de publieke opinie is dus voor het kernwapenvrij maken van de Europese landen die zelf geen kernwapens bezitten. In het debat over de uitbreiding van de NAVO heeft dat nog maar weinig aandacht gekregen.
Een stap op weg naar een kernwapenvrij Europa is de NAVO en Nederland kernwapenvrij te maken. 46% is voor het verwijderen van de kernwapens uit het wapenarsenaal van de NAVO, 31% is ertegen en 23% heeft geen mening. De laatste kernwapentaak van Nederland afstoten wil 43%, 30% is ertegen, en 27% heeft geen mening. Ook de verdeeldheid in de politieke achterbannen komt bij deze vragen weer naar boven: de PvdA en D66 zijn in meerderheid voor, de VVD in meerderheid tegen, en het CDA is verdeeld.
VD AMOK