In zijn pleidooi voor een harde lijn tegenover Iran, schrijft Paul Brill (Buitenland, 21 januari) dat het Westen zich moet instellen op een langdurig embargo en ‘niet gaan bibberen’ als er ‘uit Iran berichten komen over hongerende kinderen’.
Dat is een opmerkelijke opvatting, gezien het effect van de al doorgevoerde sancties op de Iraanse economie. Reeds afgelopen november meldde de Amerikaanse pers dat vooral de Iraanse middenklasse getroffen wordt door de al ingevoerde boycotmaatregelen. De schade, die wordt bewerkstelligd door financiële sancties die het afsluiten van gewone contracten met het buitenland bemoeilijken, komt bovenop een inflatie van meer dan 20 procent en een werkloosheid van meer dan 14,5 procent.
Begin deze maand verloor de Iraanse munt de rial een derde van haar waarde. Als gevolg hiervan stegen de prijzen van levensmiddelen zoals brood, vlees en rijst.
Het is duidelijk dat deze maatregelen geenszins de Revolutionaire Garde, laat staan de regerende elite van Iran treffen. De vraag doet zich dus voor waarom het eerdere ‘smart sanctions‘-beleid van de Verenigde Naties wordt omgebouwd naar zulke unilaterale wurgsancties.
Voor de Amerikaanse senator Mark Kirk is dat wurgen nou juist precies de bedoeling. Hij verklaarde in november dat de door hem geïntroduceerde Amerikaanse sanctiemaatregelen tot doel hebben om de Iraanse economie in elkaar te laten storten.
In de jaren negentig werd eenzelfde ramkoers gevolgd tegenover Irak. De gevolgen waren erger dan de hongerende kinderen waar Paul Brill naar verwijst.
Volgens onderzoek van de kinderrechtenorganisatie UNICEF van de Verenigde Naties verdubbelde het kindersterftecijfer. Gedurende een periode van acht jaar stierven honderdduizenden kinderen als gevolg van die sancties.
Dennis Halliday, assistent secretaris-generaal van de Verenigde Naties en coördinator van het hulpprogramma voor Irak, nam in 1998 ontslag. Hij verklaarde tegenover de journalist John Pilger dat hij een beleid moest uitvoeren dat neerkwam op genocide.
Langdurige en uitgebreide economische sancties zijn geen alternatief voor oorlog: zij zijn een vorm van oorlog.
de Volkskrant