Kunnen we een geheimpje bewaren

Wat zijn eigenlijk ‘staatsgeheimen’? Bij alle stampij eromheen is dit een vraag die blijkbaar van ondergeschikt belang is geweest voor de diskussie in de linkse beweging.

Terugkijkend lijkt het me dat er stilzwijgend een vage omschrijving gehanteerd wordt: staatsgeheimen zijn ‘iets’ dat de staat belangrijk vindt en waarvan ze het vervelend vinden als het in de publiciteit komt. Staatsgeheimen horen op straat.

De jat-akties die er tot nog toe zijn geweest geven wel een indikatie: ‘De wraak van Jonkheer de Brauw’ onthulde gegevens over de bouw van kerncentrales, waardoor de geloofwaardigheid van Minister van Aardenne nog verder daalde. ‘Stille Nacht, Heilige Vracht’ feiten over de politieke spionage-aktiviteiten van de Rijkspolitie in Amsterdam. Onkruit heeft meerdere keren informatie ‘verzameld’ over maatregelen op het gebied van civiele verdediging, dat wil zeggen de reglementen en schema’s die klaarliggen om mobilisatie en oorlogsvoering door de Nederlandse Krijgsmacht zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.
In zijn verhaal elders in dit nummer heeft Wijnand het over de vanzelfsprekendheid van het ondermijnen van de staat. Die vanzelfsprekendheid leeft niet bij het grootste gedeelte van de bevolking. Men ziet immers de overheid niet slechts als onderdrukkingsapparaat (belasting, politie-optreden) maar ook als ‘verzorgend instituut’ (gezondheidszorg, sociale voorzieningen) in tijd van vrede en als beschermer in tijd van oorlog (defensie). Ons antwoord daarop is dat deze zaken op een andere manier geregeld kunnen worden, zodat de mensen er zelf verantwoordelijkheid voor dragen. Wij stellen: zoals het nu gaat werkt de staat zo dat de individuele vrijheid van mensen wordt ingeperkt, een kleine groep rijken wordt nog rijker, diegenen die weinig bezitten worden nog armer gemaakt. Diezelfde staat is bereid om duizenden mensen te offeren in oorlogen die uitgevochten worden tegen mensen die in precies dezelfde situatie zitten als wij. Het is hun staat niet, het is onze staat niet en toch moeten we elkaar over de kling jagen. In de strijd over staatsgeheimen, de informatie die de staat heeft opgeslagen om alle bovenstaande zaken uit te voeren is de opvatting over hoe de staat in elkaar zit, van wezenlijk belang. Voor een gedeelte van de linkse beweging is het vanzelfsprekend dat geheimen op straat moeten: dit als onderdeel van een grotere strijd (waar Wijnand op wijst) voor maatschappijveranderingen. Volgens deze opvatting moet de staat zo snel mogelijk verdwijnen en alles wat je er in de huidige politieke konstellatie tegen onderneemt is mooi meegenomen.

Daarbij wordt echter iets vergeten, waar mijns inziens te weinig diskussie over plaatsvindt. Dit heeft te maken met de buitenlandse politiek van een land ten tijde van krisis of oorlog. Zelfs al ga je er van uit dat de staat maar snel weg moet, wat doe je in de tussentijd met het praktiese probleem van de rest van de wereld? Om dat duidelijk te maken, twee voorbeelden:
– Wat zou je positie als anti-militarist zijn geweest in 1939-1940, toen Nederland gemobiliseerd was en rekening hield met een inval door fascisties Duitsland (die in mei 1940 ook kwam). Zou je je tegen die mobilisatie gekeerd hebben en wat in het verlengde ligt, dus ook informatie over de oorlogsvoorbereidingen hebben gepubliceerd?
– In Nicaragua hebben de Sandinisten het staatsapparaat in handen. Ze hebben een inlichtingendienst, een leger, politiemacht enz. en zijn in staat van oorlog met de Contra’s. Is het denkbaar dat je informatie die schadelijk kan zijn voor de oorlogsvoering tegen de Contra’s zou publiceren (hier of in Nicaragua)?

Een ver-van-mijn-bed-show? Maar dan moet je bedenken dat er in 1940 ook anti-militaristiese organisaties aktief waren in Nederland. Hun opstelling aangaande de mobilisatie is mij niet bekend, maar er moeten hevige diskussies geweest zijn; iedereen is tegen het fascistiese Duitsland nietwaar? Als ze dan Holland bedreigen of binnenvallen, dan moet je niet het gevecht ertegen belemmeren. En dus ook niet de mobilisatie enz.

Terug naar het heden: schatten we in dat er een oorlog op komst is, bijvoorbeeld met het Warschau Pact? Stel, er ontstaat een krisissituatie die uitloopt op een oorlog, misschien geïnitieerd door de NAVO. Hebben we als beweging in deze situatie de plicht om de mobilisatie tegen te gaan? Vanzelfsprekend, hoor ik sommigen zeggen. Maar verzet in zo’n situatie is de facto steun aan het Warschau Pakt. Die vonden we ook al niet zo aardig, dus wat doe je?
Natuurlijk is deze vraag momenteel niet aan de orde. In de huidige politieke verhouding lijkt het me goed om zoveel staatsgeheimen op straat te gooien met als argument: de staat belazert de Nederlandse bevolking, niet de Russen. Wat we aan onthullingen en strijd doen, moeten we meten aan de huidige binnenlandse politieke situatie, niet aan de buitenlandse. Als de buitenlandse situatie op een vergaande manier verandert, zouden we er op dat ogenblik over moeten diskussieren. Onthullingen moeten we steeds verbinden met de aktuele politieke situatie. Of je dit doet via jatten of bij elkaar puzzelen maakt niet uit. We zien als links in brede zin op z’n minst bepaalde ontwikkelingen in de staat niet zitten en onze aktiviteiten daartegen genieten brede steun, dus ook onthullingen daarover. Juist de politieke situatie (zeg maar de krachtsverhouding tussen links en rechts) moet bepalen wat er gepakt/onthuld wordt en waarom.

AMOK