De Golfoorlog is voorbij. Voor vele mensen in Nederland een reden om opgelucht adem te halen: het deed even pijn maar nu is de dictator weg, de internationale rechtsorde is hersteld, Koeweit bevrijd. Vermoedelijk schuilt achter de opluchting hier en daar een knagend geweten: wat voor velen eerst de eenvoudige verwijdering van een wrede dictator was, blijkt met het verdwijnen van de oorlogsmist een aanzienlijk ingewikkelder kwestie te zijn. Een kwestie die wat betreft de implicaties voor de politieke moraal niet onder doet voor die van het koloniale optreden van Nederland in Indonesië, of de Amerikaanse oorlog in Vietnam, of de Fransen in Algerije. Er is echter een belangrijk verschil tussen deze interventie en eerdere oorlogen. In de Golf trad het kolonialisme-in-een-nieuw-jasje op tegen een bijzonder smerig regime, en niet tegen een bevrijdingsbeweging. Om de zaken nog wat ingewikkelder te maken: diezelfde dictator genoot brede steun onder grote delen van de bevolking van vele landen in de Derde Wereld, en had zelfs een zekere mate van steun van zijn eigen bevolking.
De media
De voorstanders van de oorlog aan de progressieve kant, waartoe ik de vredesorganisaties en een deel van de PvdA reken, kunnen alléén over een zaak tevreden zijn: Koeweit is bevrijd en de vooroorlogse grenzen van dat land zijn hersteld. Voor de rest valt het optreden van de coalitielegers waar Nederland deel van uitmaakte het beste te omschrijven met het beroemde citaat van de Amerikaanse legerofficier uit het tijdperk van de Vietnam oorlog: “Het was helaas noodzakelijk om de stad te vernietigen om het te redden”. De media, die zich al deze maanden grotendeels hebben onderworpen aan de militaire censuur, struikelen de laatste weken over elkaar met “onthullingen” over de oorlog. Beter laat dan nooit, dat wel. Maar het essentiële punt is dat het ontbreken van elke betrouwbare informatie over de oorlog en de oorzaken van de crisis tijdens de crisis, belangrijk heeft bijgedragen aan het creëren van de juiste sfeer voor de oorlog. Dat is gebeurd door het wegpersen van dissidente geluiden, het marginaliseren van oppositie en het overnemen van het gesaneerde beeld van de oorlog dat door de Amerikaanse legerleiding aan ons werd gepresenteerd. Voor een deel is dit met opzet gedaan door lieden die bereid zijn om elk Amerikaans optreden goed te keuren. Voor een ander deel door een incompetent mediabeleid van de oppositie en de in Nederland welhaast spreekwoordelijke domheid van vooral de TV- en radiojournalistiek als het gaat om zaken als oorlog in het Midden Oosten.
De gevolgen
De omvang van de ramp wordt nu pas geopenbaard. Volgens de laatste schatting zal het zeven jaar duren voordat de laatste brandende oliebron in Koeweit geblust is. De reikwijdte van de milieuramp is onduidelijk maar in ieder geval immens. Duizenden inwoners van Koeweit zijn gedood, gevangen genomen en gemarteld. Vele tienduizenden zijn dat land uitgevlucht terug naar Sri Lanka, India, Pakistan, Egypte waar ze vandaan waren gekomen om een beter bestaan op te bouwen in de oliestaat. Tienduizenden – sommige berichten spreken over honderdduizenden – Irakese burgers en militairen zijn gedood of gewond, de infrastructuur van Koeweit en Irak ligt in diggelen. In lsraël heeft de bevolking een massale schok ondergaan, omdat het idee van het veilige “Fort Israël” voor eens en altijd doorbroken is. Het internationale ondernemersdom staat te dringen om Koeweit weer op te bouwen, maar er is geen vergelijkbare hulp voor de Irakese economie in zicht: deze ligt nog jaren in puin. Volgens berichten uit Irak zijn er al honderden doden gevallen door cholera en tyfus, een direct gevolg van het kapotbombarderen van de watervoorzieningen door de luchtmachten van de coalitie.
Een nieuw veiligheidsstelsel?
De Nederlandse steun voor het optreden van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten was gebaseerd op een idee dat in de tijdelijke vredesroes van 1989 en 1990 heel aantrekkelijk leek: namelijk dat er een nieuw tijdperk van vrede was aangebroken dat in stand kon worden gehouden door een systeem van collectieve veiligheid. De door bijvoorbeeld GroenLinks gekoesterde wensdroom was dat deze internationale veiligheid kon worden gewaarborgd door een organisatie die op basis van het CVSE-verdrag zou werden opgezet, en de Verenigde Naties. De stilzwijgende vooronderstelling hiervan was: dat do grootmachten hun belangen ondergeschikt zouden maken aan het nieuwe veiligheidsstelsel. Deze droom is door de Golfcrisis wreed verstoord: als de oplossing van het ‘probleem Irak’ een voorbode is van toekomstige ‘oplossingen’ dan is de term ‘internationale rechtsorde’ een wrede grap. De Verenigde Naties is gekaapt en ondergeschikt gemaakt aan de doelstellingen van de Amerikaanse politiek. De middelen die daardoor vrijkwamen, waren niet zozeer buitenproportioneel als misdadig. Het doet dan ook bijzonder wrang aan om de gedetailleerde verhalen (voor een deel vervalst) over de mishandeling van Amerikaanse viiegtuigbemanningen te lezen: dezelfde bemanningen die een slachtpartij hebben aangericht die elke beschrijving tart.
De gevolgen voor links
De gevolgen van deze oorlog voor links in Nederland zijn bijzonder vergaand: er is een scherpe scheidslijn getrokken tussen diegenen die, al dan niet met voorbehouden, akkoord waren met de oorlog, en degenen die de interventie hebben afgewezen vanuit uiteenlopende motivaties. De eerste stroming zal de consequenties moeten dragen: het goedkeuren van de interventie heeft een aantal gevolgen: – impliciet vertrouwen in de Amerikaanse bedoelingen; – impliciet geloof in de superioriteit van Westerse oplossingen in de Golf; – aanvaarden van een Verenigde Naties gedomineerd dor de kernmacht bezittende staten; – het aanvaarden van de “noodzaak” om slachtpartijen aan te richten in landen die een “bedreiging” vormen voor de internationale rechtsorde. (omdat ze bijvoorbeeld massavernietigingswapens aanschaffen).
Voor de anti-interventionisten blijft het boven geschetste probleem recht overeind staan. Hoe om te gaan met een oorlogssituatie waar je eigenlijk wil dat beide kanten verslagen worden? Er is geen eenduidige oplossing: we kunnen solidariteit organiseren met de oppositie in die landen zoals de Palestijnen en de Koerden, We kunnen werken aan wapenboycot campagnes, zoals die tijdens de eerste Golfoorlog. Maar uiteindelijk kom je telkens weer terug op de internationale machtsstructuur, waarbinnen de Saddam Husseins en de Bush-types hun gang gaan en zonder probleem over bergen lijken gaan om hun wil door te zetten. Het ontbreken van een reële tegenstand in de derde wereld betekent dat het enige perspectief ligt in de binnenlandse oppositie tegen de geïndustrialiseerde landen, bijvoorbeeld de door de media veelal genegeerde demonstranten in de Verenigde Staten. Welke weg die mensen volgen moeten ze zelf weten, maar er zijn een aantal maatstaven waar we ons als links Nederland beslist aan moeten houden:
– Afwijzing van elke militaire interventie in het buitenland
– Afwijzing van alle wapenhandel met het Midden-Oosten
VN en boycot
Bij een geval van internationale agressie kan je natuurlijk een standpunt uitspreken, maar het lijkt me van essentieel belang om niet mee te doen aan het creëren van een nationale consensus voor militaire interventie. Dit is afgelopen najaar gebeurd omdat de mensen en organisaties die vertrouwden in de Verenigde Naties (IKV, Groen Links, PvdA) akkoord gingen met de eerste stappen naar oorlogsvoorbereiding, namelijk het sturen van Amerikaanse troepen en Nederlandse schepen (gedekt door moties in de VN). Los van het debat over de rechtvaardigheid van een VN-embargo moeten we in het vervolg een zeer belangrijke regel aanhouden: zodra blijkt dat er grote aantallen Westerse/Noord-Amerikaanse (wellicht Japanse) troepen betrokken zijn bij zo een situatie, moet onmiddellijk tegenstand worden georganiseerd. Aangezien we nul komma nul invloed uitoefenen op de totstandkoming van dit beleid van binnenin (de PvdA heeft nu bewezen dat ze in deze zaken niet te vertrouwen is) zullen we van buitenaf moeten werken. Daarin moet het bewerken van de media een veel belangrijkere rol gaan spelen. Wellicht is het mogelijk om te komen tot het accepteren van een bepaald soort boycotmaatregelen maar ook hier geldt het gevaar dat je meehelpt in het organiseren van een nationale consensus: akkoord gaan met VN-embargo’s brengt ook met zich mee dat de bevolking van het land getroffen wordt. De uitzonderingsregels voor voedsel, en medicijnen blijken in de praktijk niet te werken, omdat over elke zending zo lastig wordt gedaan door de blokkadehandhavers dat niets meer door de boycot heen komt. Dus het helpen creëren van politieke consensus voor een algemeen embargo kan uitdraaien op het straffen van de bevolking. De enigen die misschien te vertrouwen zijn met het uitvoeren van een embargo zijn wellicht een aantal kleinere derde wereldlanden die heel anders tegen een embargo aankijken dan de Westerse.
De tegenvraag van de witwassers van het Amerikaanse beleid is natuurlijk: had Koeweit bevrijd kunnen worden zonder massale Westerse interventie? Mijn antwoord is: ja er was een compromis mogelijk tussen de heersende families van Koeweit en de Iraakse leidende kringen. Deze zijn ook uit ten treure aangedragen (vanaf 3 augustus) door o.a. Koning Hussein van Jordanië, Yasser Arafat van de PLO, de Algerijnse en zelfs de Franse regering. Het essentiële punt waar het nu en in de toekomst om zal gaan is dat op de een of andere manier de transatlantische consensus over interventies verbroken moet worden. In Nederland betekent dat oppositie tegen de voorbereidingen die daarvoor worden getroffen. Deze bestaat aan de ene kant uit het ombouwen van het Nederlandse leger om het geschikt te maken voor interventietaken; een ander de ideologische voorbereiding in de vorm van het versterken van vertrouwen in de Verenigde Naties, die de noodzakelijke rugdekking geeft voor die toekomstige interventies. We zullen naar manieren moeten zoeken om deze twee pijlers van de Westerse interventiepolitiek te bestrijden.
Achter de Zeewering (Nieuwsbrief van Links Forum)