Op de NAVO-top van november 2010 in Lissabon werd besloten tot de aanleg van een trans-Atlantisch raketschild. De kern van het besluit bestond erin het Noord-Amerikaanse antiraketprogramma met de al bestaande kleinschaliger Europese NAVO-plannen te integreren in een alles overkoepelende stelsel en dat aan te leggen in minder dan tien jaar.
Het doel is omstreeks 2020 het hele NAVO-grondgebied te beschermen tegen zowel raketten voor de korte en middellange afstand als intercontinentale systemen. Ook werd besloten dat hierbij nauw zou worden samengewerkt met Rusland.
Het plan wordt aan het publiek verkocht als een verdediging tegen de raketstrijdkrachten van opkomende middelgrote mogendheden, zoals Iran. Daarbij wordt ingespeeld op een bijna hysterische angst voor de dreiging die uit zou gaan van deze raketstrijdkrachten, terwijl de immense nucleaire en conventionele slagkracht van de NAVO-lidstaten buiten deze ideologisch geladen berekening wordt gehouden.
Voor bescherming of aanval?
Gemakshalve wordt vergeten dat er geen scherp onderscheid bestaat tussen offensief en defensief handelen. In de wereld van nucleaire afschrikking worden deze begrippen gekoppeld aan wapensystemen en lijken ze een impliciete aanwijzing voor de politieke bedoelingen van de gebruiker: veroveraar of verdediger. Maar Amerikaanse strategen zien het raketschild terecht als een onderdeel van de volledige Amerikaanse slagkracht, de strategische triade. Die bestaat uit conventionele en nucleaire aanvalssystemen, passieve en actieve verdediging (waar onder het raketschild) en ondersteunende structuur, zoals de industriële basis en de informatiesystemen. (1) Om die reden is het onzinnig om het raketschild als louter defensief te omschrijven.
Het maakt deel uit van een geheel dat zowel offensief als defensief kan optreden. Het is vergelijkbaar met het schild en het zwaard van een Griekse hopliet uit de oudheid, of op operationeel niveau, de uitrusting van een Griekse falanx. Ze gebruikten hun schilden tegen een aanval om vervolgens, of ook wel als eerste (wetend dat men zich achter een schild kan verschuilen) met zwaard en speer aan te vallen. Het wapensysteem kan niet worden los gezien van de politieke context. Die geopolitieke omgeving bestaat momenteel uit een multipolaire wereld, waar het concept van soevereiniteit en internationaal volkerenrecht de afgelopen jaren herhaaldelijk is geschonden. Unilaterale aanvalsoorlogen zijn door de VS en haar bondgenoten gevoerd zonder VN-Veiligheidsraadmandaat (Irak 2003). Bestaande mandaten zijn zodanig opgerekt dat ze worden misbruikt voor semi-koloniale avonturen, waarbij grote NAVO-expeditiestrijdmachten overal ter wereld worden ontplooid, (Afghanistan 2001) of plaatselijke bondgenoten worden gesteund door de inzet van luchtmacht en speciale eenheden gecombineerd met diplomatieke en economische maatregelen zoals een marineblokkade (Libië 2011).
De bouw van een raketschild door het Atlantisch bondgenootschap kan niet los worden gezien van deze bredere politieke strategieën. Om die reden is de boodschap misleidend, die steeds ideologisch herhaalt dat de bevolking wordt ‘beveiligd’ onder de onzichtbare koepel van het raketschild. Op de lange termijn kunnen de antiraketsystemen een belangrijke rol spelen in een kernoorlog en dus de strategische balans verstoren. Hoewel de NAVO verklaard heeft met Rusland te willen samenwerken, stemt Rusland zoals bekend nog steeds niet in met de huidige NAVO-opzet voor een raketschild. Zo eiste president Medvedev in november verdragsmatige garanties dat het schild niet tegen Rusland zou worden ontplooid. (2)
Zulke eisen – tot nog toe steeds afgewezen door de NAVO – kunnen deel uitmaken van een onderhandelingsstrategie om op andere terreinen belangen veilig te stellen. Maar er ligt ook een rationele calculatie aan ten grondslag over de toekomstige capaciteiten van het systeem. Als het systeem eenmaal is opgesteld, rond 2020, vormt het een directe bedreiging voor de nucleaire slagkracht van Rusland. Een deel van de lanceerinstallaties zal immers aan de Russische grenzen worden opgesteld. Dat is vooral een gevaar bij een mogelijk first strike scenario, een strategie waarbij de Amerikaanse strijdkrachten met al hun beschikbare middelen proberen de nucleaire slagkracht van Rusland te vernietigen, en te verhinderen dat er een tegenaanval komt.
Technische zwakte
Onderschepping van Russische raketten vlak na lancering en voordat ze de ruimte bereiken, zou een cruciale technische zwakte van de onderscheppingsraketten ondervangen. Als de onderschepping pas in een laat stadium plaatsvindt, ontstaat namelijk het probleem van de namaakkoppen. De kern van dat probleem is de doelidentificatie in combinatie met doelverzadiging. Elk land dat een raket met een conventionele of nucleaire kop kan lanceren, kan ook namaakdoelen, zoals ballonnen, meesturen – zogenaamde decoys. Die hebben een radarecho en andere karakteristieken, waardoor ze precies lijken op de echte bewapende kop.
In de luttele seconden voordat de lading van een aanvallende raket de dampkring binnendringt op weg naar zijn doel, moet de doelaanwijsradar van het antiraketschild alle meekomende namaakkoppen (mogelijk tientallen per raket) en de explosieve lading opsporen, van elkaar onderscheiden en alleen het juiste doel vernietigen. Er wordt sterk betwijfeld of dit probleem technisch is opgelost. Maar door raketten vlak na lancering aan te vallen kan het omzeild worden, omdat de kop dan nog vast zit aan de raket. Omdat in dat geval de onderscheppingstijd bijzonder kort is, wordt gezocht naar lanceerplatforms te land en op zee in de buurt van de lanceerlocaties van de aanvallende raketten. Daarom willen de VS graag antiraketbases en radarposten installeren aan de grenzen van alle potentiële doellanden. In de brief aan de Tweede Kamer, waarin de Nederlandse deelname aan het raketschild wordt aangekondigd (vooral middels een geavanceerd radarsysteem) bagatelliseert minister Hillen van defensie de politieke en technische kant van de zaak. Hij verwijst wel naar het decoy-probleem, maar alleen in een scenario waarin meerdere aanvallende raketten worden afgevuurd. (3) Dat is misleidend, omdat het werkelijke probleem wordt gevormd door het aantal namaakdoelen (decoys) per raket, niet door het aantal raketten. Ook wil de minister geen onafhankelijke controle van de testresultaten over de betrouwbaarheid van de systemen. Een motie van de SP die daarvoor pleitte, werd slechts gesteund door GroenLinks en de Partij voor de Dieren. (4)
Antisatellietwapen
Er is op meerdere punten gefundeerde twijfel over de werkzaamheid van het systeem tegen raketten. Toch heeft het antiraketsysteem ook een andere, wel bewezen functie. Het kan namelijk gebruikt worden om langzaam bewegende wapensystemen of systemen met een gemakkelijk voorspelbare baan neer te schieten.
Op tactisch niveau zijn dat zoals vanouds vliegtuigen, maar ook kruisvluchtwapens (in feite zijn dat onbemande straaljagers). Op strategisch niveau kan men satellieten neerhalen, omdat die in een voorspelbare baan om de aarde bewegen en dus gemakkelijker te raken zijn dan raketten. Zowel China als de VS hebben dit met succes getest. (5) Het vernietigen van de vijandelijke satellieten maakt het uitvoeren van een first strike mogelijk, een verrassingsaanval, omdat de bevels- en verkenningssystemen van de vijand onklaar worden gemaakt. Dat is precies de reden dat deze wapenwedloop in de ruimte zeer gevaarlijk is – het verlies van die waarschuwingssystemen in de ruimte kan een reden zijn om een kernoorlog te beginnen.
Dodelijke omarming
Als passief verdedigingsmiddel werkt het raketschild niet. Het schild is door de tegenstander gemakkelijk te omzeilen, door decoys te gebruiken, of door aanvalssystemen niet met raketten maar met andere middelen te vervoeren, bijvoorbeeld op een vrachtschip. Maar onder bepaalde omstandigheden werkt het raketschild wel als onderdeel van een aanvalsmachine en gezien de politieke context is dat geenszins ondenkbaar. Het raketschild heeft ook een belangrijke symbolische waarde. In een rapport van de Parlementaire Assemblee van de NAVO (6) wordt gesteld dat het een nieuwe garantie kan vormen voor de trans-Atlantische relatie, als aanvulling op of zelfs vervanging van de ouderwetse Amerikaanse kernwapens op Europese (ook Nederlandse) bodem. Maar het schild biedt voor de Atlantici veel meer dan dat: het herbevestigt de band tussen de strategische veiligheid van Europa en die van de VS. Daarmee zijn we aangeland bij de zogenaamde Command and Control-problematiek rond de inzet van het schild. Want wie gaat bepalen wanneer het schild wordt geactiveerd en onder welke voorwaarden? Voor consultatie van NAVO-partners is onder de voorziene omstandigheden tijdens de inzet geen tijd – het gaat om seconden en niet minuten. Dat betekent vrijwel zeker dat de Amerikaanse militaire leiding doorslaggevend zal zijn en dus ook in staat is om een eigen aanval in te zetten in een first strike scenario. Zo kan de NAVO gemakkelijk een Amerikaanse oorlog in worden gesleurd. Er wordt volop ingezet in deze nieuwe wapenwedloop. Dat wijst erop dat er een grootschalige industrielobby aan het werk is, met name in de VS. Het door haar altijd gehanteerde werkgelegenheidsargument zal in een tijd van recessie des te sterker doorklinken. De belofte van opdrachten voor de Europese wapenindustrie zal, net als bij het nutteloze JSF-project, volop in stelling worden gebracht. Het geld en de politieke kracht van de lobby, helaas gesteund door onkritische volksvertegenwoordigers en de meeste media, doen de rest.
Noten:
1. P. 24 van een rapport van de Congressional Research Service (10 augustus 2006) http://fpc.state.gov/documents/organization/71873.pdf.
2. Medvedev: Russia may target US missile shield. Vladimir Isachenkov, Associated Press – 23 november 2011.
3 P. 2 van Materieelprojecten 27830 Nr.91 Brief van de minister van Defensie aan de Tweede Kamer,26 september 2011.
4. Motie-Jasper van Dijk 33000-X,nr.18. 7 november 2011.
5. U.S.missile shoots down satellite – but why? Christian Science Monitor:Peter Grier & Gordon Lubold – 22 februari 2008.
6. Missile Defence: the Way Ahead for NATO. Draft Report, NATO Parliamentary Assembly Sub-Committee on future security and defence capabilities – Raymond Knops (Netherlands) Rapporteur 7 September 2011.
Vredesmagazine