IFOR-actie om Karadzic en Mladic te arresteren zal averechts uitwerken

Ab de Buck van het comité Stari Most schreef op 5 juni op deze pagina, dat de IFOR-troepen in Bosnië krachtdadig moeten optreden om Karadzic en Mladic te arresteren, omdat er anders geen kans is op vrede in Bosnië. Lezer Karel Koster vindt dat een onverstandig advies.

Het pleidooi van Ab de Buck voor een harder optreden van de IFOR-troepen in Bosnië zal ongetwijfeld veel weerklank vinden bij dat deel van het publiek dat heilig gelooft in militaire oplossingen voor politieke problemen. Helaas belemmeren emotionele oproepen zoals deze een wat verstandiger kijk op het vredesproces.

De Buck pleit, met vele andere opiniemakers, voor het arresteren van Karadzic om hem door het Haagse oorlogstribunaal te laten berechten voor oorlogsmisdaden. De instructie van de troepen van de IFOR-vredesmacht zijn zodanig, dat dit haast zeker niet zal gebeuren. Daar zijn twee redenen voor: ten eerste de vastberadenheid van de NAVO-leiding van IFOR om niet betrokken te raken bij zaken die buiten hun mandaat (de troepen van de partijen in de burgeroorlog te scheiden) vallen. Ten tweede de uitermate verstandige redenering, dat een militaire expeditie om Karadzic op te pakken de kansen op een succesvol vredesproces eerder zal verergeren dan verbeteren.

Waarom is men hiervan overtuigd? Omdat Karadzic (helaas) nog steeds een aanzienlijke aanhang geniet in het Servische deel van Bosnië. Dat betekent dat een geslaagde operatie om Karadzic op te pakken onmiddellijk grote vijandigheid tegenover de IFOR zal veroorzaken onder de Bosnische Serviërs. Misschien denkt De Buck dat men met wat bommen en granaten de mening van deze mensen kan veranderen: daarin vergist hij zich deerlijk.

De weg die door de coördinator van de civiele uitvoering van het Dayton-verdrag, Carl Bildt, wordt gevolgd is een aanzienlijk verstandiger. De sleutel voor medewerking van de Bosnische Serviërs (en de Bosnische Kroaten en moslims) aan het vredesproces ligt immers in het bevorderen van het proces van wederopbouw. Het is van cruciaal belang dat alle delen van de Bosnische bevolking er belang bij hebben dat er vrede komt. Alleen dan zullen ze zich verzetten tegen de pogingen van extreem-nationalistische politici om hen weer de weg naar oorlog op te drijven.

Zo’n houding kan het beste bewerkstelligd worden door het creëren van werkgelegenheid. De voorwaarden daarvoor zijn reeds aanwezig. In april werden 1,23 miljard dollar toegezegd door een vijftigtal landen voor een wederopbouw programma. Door dit geld gelijkelijk te investeren in alle delen van Bosnië kunnen de tienduizenden gedemobiliseerde soldaten aan het werk gezet worden, zodat ze belang krijgen bij vrede.
Een succesvol op gang gezette wederopbouw-proces is niet afdoende om het vredesproces te voltooien. Daarvoor is meer nodig, zoals de terugkeer van de 2 miljoen vluchtelingen en het creëren van omstandigheden waarin veilig gestemd kan worden.

Ook hier is een gepantserde militaire vuist een absurde oplossing. Een aanzienlijk nuttiger weg is uitbreiding van zowel de omvang als het mandaat van de internationale politiemacht, die momenteel slechts de taak heeft om het optreden van de plaatselijke politiemachten in de gaten te houden. Momenteel is de omvang van de internationale politiemacht veel te klein: slechts 1720. Hun mandaat moet worden uitgebreid zodat ze veel meer bescherming kunnen bieden voor zowel terugkerende vluchtelingen als het verkiezingsproces. Hun optreden moet gekoppeld worden aan het wederopbouw programma, zodat de bevolking vrede, wederopbouw en verkiezingen als een onafscheidbaar geheel gaat zien.

De kansen om de verkiezingen succesvol door te voeren zijn niet groot. Maar pleidooien zoals die van De Buck om IFOR er op los te laten slaan werken onherroepelijk averechts zodra een van de kanten dit interpreteert als zijnde gericht tegen haar veiligheid en welzijn.

Trouw