Kernwapens

In het stuk van Joep Trommelen (De Gelderlander 11 september) over de kernwapentaak van Nederland ontbreken een paar essentiële zaken. Zo wordt de kwestie van de legaliteit van het kernwapen niet genoemd. Al in 1996 concludeerde het Internationaal Gerechtshof in Den Haag dat bedreiging of het gebruik van kernwapens in strijd is met de regels van internationaal recht. Daar had het goede reden toe – de wereld had immers minstens drie keer (in 1962, 1983 en 1995) aan de rand van een nucleaire holocaust gestaan. Om die reden is het argument als zouden kernwapens een derde wereldoorlog hebben verhinderd zo merkwaardig: de Cubaanse crisis (1962) leidde bijna naar een wereldoorlog juist vanwege de aanwezigheid van Russische kernwapens in Cuba. Wat betreft de verplichtingen van het non-proliferatieverdrag: die zijn wat ingewikkelder dan voorgesteld door de heer Van der Meer, aangehaald in uw artikel. De status van kernwapenstaten van de VS, Rusland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en China is bedoeld als tijdelijk. Artikel 6 van het verdrag verplicht hen tot onderhandelen over nucleaire ontwapening. Anders zouden deze staten immers een permanente kernwapenstatus krijgen – onaanvaardbaar voor de meeste andere landen.

De Nederlandse regering ontkent noch bevestigt dat er kernwapens liggen op de luchtmachtbasis Volkel en heeft ook het plan om de gedoodverfde vervanger van de F16, de Joint Strike Fighter, een atoomtaak te geven. Gelukkig ziet het Amerikaanse Congres dat anders – daar is de voorgestelde financiering voor de modernisering van de B-61 kernbommen die op Volkel liggen voorlopig geblokkeerd. In Duitsland heeft minister Steinmeier zich voor verwijdering van de atoombommen die daar liggen, uitgesproken. Misschien kan Nederland het Belgische voorbeeld volgen – daar wordt momenteel gewerkt aan een wetsontwerp om de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens op Belgische bodem illegaal te maken.

De Gelderlander