NAVO-depots

Elders in dit nummer wordt al beschreven hoe Nederland in tijd van oorlog het achterland van het slagveld in Duitsland wordt.

In een achterland vinden veel essentiële aktiviteiten plaats. Voorraden, munitie en versterkingen worden aangevoerd, gewonden verzorgd, doden begraven. De luchtmacht opereert grotendeels vanuit deze zone, evenals een groot aantal reparatie- en verzorgingsdiensten van de legers aan het front. De spullen die steeds heen en weer geschoven worden langs de ‘Lines of Communication’ (de verbindingsroutes) moeten bewaakt worden, hoe verder ze moeten reizen hoe lastiger het wordt om ze op tijd aan het front te krijgen.

Voor Amerikaanse troepen waar-voor de reis in de Verenigde Staten begint, is deze afstand vele duizenden kilometers. Volgens de NAVO-plannen moeten er binnen tien dagen tien Amerikaanse divisies in Europa zijn. In vredestijd zijn er al vier aanwezig, dus het is de bedoeling om zes divisies naar Europa te verplaatsen in die tien dagen. Het Pentagon schermt graag met deze cijfers, ongetwijfeld om de paraatheid ten behoeve van de NAVO-zaak te bewijzen. (1)
Volgens de schatting van de deskundige Anthony Cordesman (2) is deze tijdsspanne een ijdele hoop en zullen er eerder 24 dagen nodig zijn. Zelfs zo’n schema is alleen mogelijk, omdat de Amerikanen sinds 1968 bezig zijn om in Europa materieel op te slaan voor de divisies die in tijden van krisis of oorlog naar Europa zullen komen. In deze depots wordt een belangrijk deel van het zware materieel (tanks, kanonnen, vrachtwagens, munitie, radioapparatuur e.d.) (3) opgeslagen. De bedoeling is dat de manschappen over worden gevlogen, het materieel ophalen en vervolgens naar het slagveld rijden. Het gaat hier niet om al het materiaal, omdat een deel ook nog per schip wordt aangevoerd. Deze troepenbewegingen worden jaarlijks geoefend in de REturn of FOrces to GERmany: REFORGER. Het was niet mogelijk om zomaar een stapel spullen in Europa neer te smijten: de opslag van het materieel, in de zogenaamde POMCUS (Prepositioned Material Configures in Unit Sets)-depots, moest geregeld worden via een aantal overeenkomsten met de betrokken landen. Het materieel voor vier van de betrokken divisies werd in de BRD gedeponeerd; dat voor de andere twee in België en Nederland (wellicht ook in Luxemburg; Cordesman heeft het over de Benelux-landen, zie noot 2). Omdat deze laatste twee divisies bedoeld zijn als reserve voor de NAVO-legers in het noorden van de BRD zijn de lokaties voor de depots uitgekozen met het oog op hun ligging. Van een derde reserve divisie voor het Noorden zijn de spullen al in de BRD ondergebracht.
Dit werd wettelijk geregeld door een briefwisseling tussen de Nederlandse en Amerikaanse regering, gedateerd op 15 januari 1981 (4). Daarin werd in het kader van het Noord-Atlantisch Verdrag aan de VS toestemming gegeven om “organiek materieel, oorlogsvoorraden voor het operatiegebied en andere voorraden, met inbegrip van conventionele munitie”, op te slaan. De overeenkomst kan alleen worden verbroken met wederzijdse goedkeuring, of bij beëindiging van het Noord-Atlantisch Verdrag. Van belang voor plaatselijke aktiegroepen is artikel 2, waarin staat dat de VS ontheffing van belastingen genieten voor het gebruik van de opslagruimte.
Dit laatste heeft in 1988 blijkbaar tot een knetterende ruzie geleid tussen het gemeentebestuur van Vlagtwedde (waar het Ter Apel POMCUS-depot ligt) en de Dienst der Domeinen van het Ministerie van Financiën. Deze laatste vond namelijk dat de staat slechts het eigenaarsdeel van de onroerend goed-belasting hoefde te betalen; het gebruikersdeel zou aldus bij de gemeente terecht komen, omdat de Amerikanen niet hoeven te betalen (5).
Als de kosten uiteindelijk inderdaad bij de gemeente terecht komen, dan zou dit een goed punt zijn om aan te pakken op lokaal nivo. Verder is de veiligheidskwestie van belang; er worden grote hoeveelheden munitie opgeslagen in een aantal depots en de vraag is of men zich houdt aan de veiligheidsvoorschriften. Tenslotte de werkgelegenheid. De depots zijn destijds binnengehaald met het argument van arbeidsplaatsen. In Coevorden en Ter Apel is dit al boerenbedrog gebleken. (6)

De depots

Elders worden details gegeven over de meeste POMCUS-depots. Daarom hier slechts een summiere opsomming.
– Vriezenveen, op het bedríjvenpark Noordwest-Twente bij Aadorp. Oorspronkelijk 35 ha groot, in 1988 uitgebreid met 20 ha grond waarvan het rijk 7 ha gratis kreeg (7).
– Ter Apel (Vlagtwedde): 55,5 ha met 20 loodsen.
– Coevorden: 51 ha met 13 loodsen plus 82 bunkers voor munitie (8).
– Brunssum: 20 loodsen.
– Eygelshoven: 13 loodsen.

Naast de POMCUS-depots zijn er nog andere opslagplaatsen in Nederland. Bekend zijn:
– Den Helder: opslagtanks voor helikopterbrandstof. Vermoedelijk voor NAVO-marine helikopters op de Noordzee.
– Dongen: hal verhuur aan de Amerikaanse luchtmacht voor de opslag van vliegtuigonderdelen.

De Nederlandse regering schijnt zich aan de NAVO-afspraken te hebben gebonden om diverse nieuwe legeropslagplaatsen te creëren. In mei 1987 was er bijvoorbeeld sprake van dat de Amerikanen nog een extra depot in Zuid-Limburg wilden openen. Eind ’87 verschenen in de pers weer berichten over nieuwe (POMCUS-) depots. De provincie Groningen besloot om door middel van een streekplanwijziging vrij baan te maken voor een nieuw (nog te bouwen) Amerikaanse wapendepot in de Eemshaven.
Van Houwelingen, staatssekretaris van defensie, deelde eind ’87 mee aan de vaste Kamercommissie, dat de VS ook nog een opslagplaats voor militair materieel in Den Helder willen. Dit alles wijst er op dat de Amerikanen uitbreidingsplannen hebben.

Noten:
1) Annual Report to the Congress, Fiscal Year 1989 Washington DC 1988.
2) Zie pag. 235 van NATO’s Central Region Forces, A.H. Cordesman, London 1988.
3) Zie pag. 6 van de AMOK/WHAM brochure “De oorlog komt naar je toe”. Reforger 1987. Utrecht juni 1987.
4) Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 1981. nr 51.
5) De Volkskrant, 12 juli 1988.
6) Zie pag. 8 van de AMOK-Noord brochure “Defensie, Bekijk het maar”, Groningen februari 1989.
7) Idem pag. 27.
8) Zie pag. 14 van het AMOK-Noord pamflet.”Reforger”, Groningen, januari 1986.

AMOK