Wie afgaat op de ontwikkelingen van de laatste maanden moet helaas erkennen dat het nog lang zal duren voor de kernwapens de wereld uit zijn. In Nederland is de campagne om de atoombommen uit Volkel te verwijderen er niet in geslaagd om te bewerkstelligen dat een meerderheid van de Tweede Kamer er een punt van maakt.
Dat bleek op 21 februari van dit jaar toen minister Van Aartsen tijdens een Algemeen Overleg ongevoelig bleek voor de tegenstrijdigheid van het door hem gesteunde nucleaire beleid van de NAVO. Het zogenaamde Paragraaf 32 rapport, dat door die organisatie in december (deels) was gepubliceerd, wil aan de ene kant vasthouden aan het nucleaire beleid van de NAVO en bepleit tegelijkertijd een heel werkprogramma gericht op de afschaffing van kernwapens. Dat laatste was overgenomen uit de slotverklaring van de toetsingsconferentie van het Non Proliferatie Verdrag (NPV) die vorig voorjaar in New York plaatsvond. Daar was ook door bijna de hele wereld de wens voor nucleaire ontwapening (andermaal) uitgesproken.
Tijdens de kamervergadering (waaraan voorafgaand de vredesbeweging een anti-kernwapenmanifest presenteerde aan de Kamercommissie voor buitenlandse zaken) spraken een aantal kamerleden met enige ontevredenheid over het NAVO-rapport. Naast de heren Koenders, Hoekema, Harrewijn en Van Bommel erkende ook Mevrouw van Ardenne van het CDA “een bepaalde spanning” (1) tussen het vasthouden aan het nucleaire NAVO-beleid en de maatregelen in de sfeer van ontwapening.
In zijn antwoord stelde de minister dat de verwijzing naar het NPV-slotdocument betekent “dat in alle overlegkaders die er de komende jaren zullen zijn uitbanning van kernwapens het doel blijft. In de huidige veiligheidsstrategie handhaaft de NAVO echter de nucleaire afschrikking op een minimale basis” (2). De verklaring voor zijn verzet tegen verdergaande stappen is duidelijk. Er is nog steeds geen kamermeerderheid voor het verwijderen van de kernwapens op Volkel. Om zo’n meerderheid te vormen is grote druk op de politici vereist en die is alleen mogelijk via de media en in de aanloop naar de verkiezingen. Om die reden is het dan ook van groot belang dat de kwestie Volkel gaat spelen in de programmacommissies die nu bezig zijn de partijprogramma’s voor de komende verkiezingen (in principe in mei 2002, als het kabinet niet eerder valt) te schrijven.
Raketschild
Daarbij moet ook het raketschild aan de orde komen. Het Amerikaanse plan voor een National Missile Defense kwam ook in het kamerdebat ter sprake. Aangezien er nogal wat vragen waren over dit wapensysteem dat de VS wil aanleggen om Noord-Amerika te beschermen, kwam de minister er in een later schrijven op terug. Een bij veel Europese leiders levend bezwaar is dat het raketschild een ontkoppeling van de veiligheid van Noord-Amerika en Europa teweeg zou brengen. Om daaraan tegemoet te komen heeft de Amerikaans regering “aangegeven dat zij over alle aspecten van een raketverdedigingssyteem met de NAVO-bondgenoten wenst te consulteren” (3) aldus minister Van Aartsen. Een ander cruciaal punt betrof het antiballistisch raketverdrag (ABM) dat in 1972 door de Sovjet-Unie en de VS werd afgesloten. De minister herhaalde in navolging van zijn Europese collega’s dat “unilaterale opzegging door de Verenigde Staten van het ABM-verdrag in dit verband ernstige consequenties [zou] kunnen hebben en derhalve vermeden moet worden” (4). De grote vraag voor de komende maanden is, of de nieuwe Amerikaanse regering ondanks de gedane verkiezingsbeloftes (om hoe dan ook een schild aan te leggen, met of zonder Russische goedkeuring) toch een compromis zal sluiten waardoor het ABM-verdrag in stand blijft, terwijl bijvoorbeeld onderzoek en ontwikkeling van het systeem (de totale kosten worden op zo’n 100 miljard dollar geraamd) gewoon doorgaat. De meeste binnenlandse kritiek in de VS is immers op het feit gebaseerd dat de anti-raket technologie zo goed als niet werkt. Een paar jaar onderzoek, terwijl er verder onderhandeld wordt met zowel Rusland als de Europese dwarsliggers, ligt dan zelfs voor de regering van Bush voor de hand.
Daarbuiten valt echter het plan voor een Theatre Missile Defense, dat eigenlijk al in uitvoering is. Het gaat daarbij om raketten die middellange afstand raketten kunnen neerschieten. Er lopen een aantal onderzoeksprogramma’s en verscheidene wapensystemen zoals de Patriot PAC3 en het Standard Missile zijn al operationeel. Door deze en andere systemen, die niet strijdig zijn met het ABM, verder uit te bouwen is het mogelijk, om ‘van onderop’ tot een antiraketschild te komen (5). Nederland, Duitsland en de VS werken al samen in zo’n ontwikkelingsprogramma. De NAVO heeft vorig jaar tot een onderzoek ernaar besloten, waardoor plaatsing van een beperkt systeem in 2010 mogelijk wordt.
Vanuit Amerikaanse kant komt dit proces vermoedelijk over een paar maanden verder onder druk te staan, als de basiselementen van het evaluatieprogramma van de Amerikaanse kernmacht (de Nuclear Posture Review) worden vastgelegd. Een belangrijk element daarin kan zijn dat de VS eenzijdig substantiële aantallen strategische kernwapens gaan afschaffen. Tegelijkertijd zullen ze verklaren dat het antiraketschild daadwerkelijk wordt aangelegd.
Het wordt dan voor de oppositie cruciaal om te benadrukken dat alle kernwapens moeten worden afgeschaft, het liefst via verdragen die niet eenzijdig weer kunnen worden teruggedraaid. Bovendien is het van groot belang om de discussie over het concept van het antiraketschild aan te gaan. Het gaat immers om het aanleggen van een schild waarachter nog steeds een gepantserde nucleaire vuist schuilgaat. En dat was nooit de bedoeling van degenen die de verklaringen voor nucleaire ontwapening opstelden.
Noten:
1 en 2: Tweede Kamer 27400 V “Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2001” en Tweede Kamer 26348 nr. 58 “Ministeriële Noord-Atlantische Raad. Verslag van een Algemeen Overleg” vastgesteld 12 maart 2001.
3 en 4: Tweede Kamer 27400 V “Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2001”, nr 68 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 17 April 2001.
5. Zie het binnenkort te publiceren paper: Theatre Missile Defence / First step towards Global Missile Defence (PENN/Nederland)
VD AMOK