In uw overzicht over de NAVO-plannen voor een raketschild (‘Akkoord over raketscherm’, FD 20 november 2010) ziet u iets essentieels over het hoofd. De vraag is namelijk of het cruciale probleem van alle antiraketsystemen – het vinden en stoppen van het juiste doel – is opgelost.
Amerikaanse deskundigen als George N. Lewis en Theodore A. Postol, die de testresultaten van de SM-3 raket – een cruciaal onderdeel van het hele systeem – hebben bestudeerd, bestrijden dat (in hun artikel ‘A Flawed and Dangerous U.S. Missile Defense Plan’ in het blad Arms Control Today, mei 2010). Zij stellen dat deze tests waren geregisseerd op een manier die fundamentele fouten verborg. Ze noemen twee cruciale kwesties. De eerste is het probleem van de namaakkop (‘decoy’). Een aanvallende raketkop kan ook namaakkoppen uitstoten, evenals lange dunne draden, die hetzelfde radarsignaal afgeven als de echte kop. Het is onmogelijk voor de radarsystemen waarvan de onderscheppingsraket afhankelijk is, om honderden van dergelijke objecten tegelijk te volgen en dus de raket naar zijn doel te leiden.
Op grond van de testresultaten constateren de onderzoekers bovendien dat de SM-3 in de meeste tests wel de draagraket maar niet de bewapende kop geraakt zou hebben. Misschien moet eerst worden vastgesteld binnen de NAVO of de systemen waar zo fel over wordt gedebatteerd, inderdaad wel werken. Dat scheelt een boel geld.
Financieel Dagblad