In het artikel over de modernisering van de Amerikaanse B61-kernwapens die zijn toegewezen aan de Navo (Trouw, 13 juli) worden drie voormalige bewindslieden (Lubbers, Van Agt en Stemerdink) aangehaald die alle drie hebben verklaard dat er in de tijd dat zij aan het bewind waren, inderdaad kernbommen op luchtmachtbasis Volkel lagen. De grote vraag is nu of dat nog steeds zo is – het beleid van elke zittende regering is immers om aanwezigheid van kernwapens te bevestigen noch te erkennen.
Er zijn echter een paar harde feiten die hierop wijzen. De meest gezaghebbende is de directe verwijzing naar kernwapens in Nederland (en België) door de Amerikaanse onderminister Gordon in het najaar van 2009. Zijn verklaring maakt deel uit van het rapport van gesprekken gevoerd op de Amerikaanse ambassade in Berlijn met Duitse beambten eind 2009, via Wikileaks bekend gemaakt.
Een tweede aanwijzing is de aanwezigheid van een eenheid van de Amerikaanse luchtmacht die gespecialiseerd is in het omgaan met kernwapens, een zogenaamd MUNSS (Munitions Special Support Squadron) op de vliegbasis Volkel. Naar die eenheid werd voor het laatst verwezen in 2007.
In 2008 was er sprake van veiligheidsproblemen met kernwapens op verschillende Europese Navo-bases. In het Pentagon-rapport daarover werd verwezen naar vliegbasis Volkel. Regelmatige veiligheidsinspecties – nuclear security inspections – waarbij de procedures voor het inzetten van de kernwapens worden getest, worden ook op Volkel gehouden.
En ten slotte vindt er elk jaar een oefening plaats – onder de generieke en veelzeggende codenaam ‘Steadfast Noon’ – waaraan alle Navo-lidstaten met een nucleaire taak meedoen, om de inzetprocedures te oefenen. De laatst bekende oefening vond vorig jaar september plaats op de vliegbasis Buchel in Duitsland. In 2011 was dat op Volkel.
Dit zijn sterke aanwijzingen dat de Nederlandse luchtmacht zich nog steeds voorbereidt op de nucleaire aanvalstaak en dit als gevolg van het moderniseringsprogramma de komende jaren ook zal blijven doen.
De wens om de bommen in Nederland te houden, is overigens niet een Amerikaanse, maar het gevolg van Navo-beleid – handhaving van de nucleaire slagkracht – dat op Navo-vergaderingen van de laatste jaren steeds is herbevestigd.
Ondanks de nationale tegengeluiden in Duitsland en Nederland onderwerpt men zich in beide landen nog steeds aan deze nucleaire doctrine, hoewel de aanwezigheid van de bommen in laatste instantie is gebaseerd op bilaterale verdragen afgesloten met de VS in de jaren vijftig van de vorige eeuw.
Trouw