In de krant van 31 oktober legt Maarten van Rossem uit waarom samenzweringstheorieën hem niet overtuigen.
Als voorbeeld haalt hij de aanslagen van 11 september aan. “Er is geen enkel overtuigend bewijs dat de Amerikanen zelf bij de aanslag betrokken zijn geweest”, schrijft hij. Maar er zijn wel een boel vragen die door journalisten en onderzoekers zijn opgeroepen, waarop antwoorden moeten komen. Een vraag betreft de onderscheppingsjagers op Andrews luchtmachtbasis net buiten Washington die helemaal niet opstegen in het uur nadat bekend werd dat een vierde gekaapt vliegtuig van zijn koers afweek en op weg was naar de hoofdstad. Dat is vreemd, want de normale procedure bij het kapen van vliegtuigen boven Amerikaans grondgebied is onmiddellijke onderschepping en escortering. Deze procedure hoort plaats te vinden zonder speciale bevelen van de president. Die dag gebeurde het niet. Op de andere drie vliegtuigen werd veel te laat gereageerd. Waarom?
Er zijn twee verklaringen. Een is die van de georganiseerde puinhoop: het deels in elkaar storten van de uitgebreide procedures die normaliter in werking moeten treden, evenals alle reserve systemen. Dat vereist nogal wat toevallige gebeurtenissen op die dag.
De tweede theorie is dat er actief werd ingegrepen in de normale procedures: waarom en door wie is dan een open vraag waar de samenzweringsenthousiastelingen zich druk om maken.
Het antwoord op die vragen is echter te vinden: het ligt in de opnames van radargegevens en communicatieverkeer van die dag, die een precies beeld geven van de instructies en bevelen die werden verspreid (door de radarcontroleposten en de militaire leiding). Een onafhankelijke commissie onderzoekt momenteel deze gebeurtenissen, evenals de aanloop ernaar. Waarbij opvalt hoe moeilijk het voor deze commissie is gegevens los te krijgen.
Utrechts Nieuwsblad