Kruitvat op de Balkan

De militaire ontwikkelingen van de laatste maanden hebben een nieuwe situatie tot gevolg gehad.

De Servische regering heeft in essentie haar oorlogsdoelen bereikt. Een groot deel van de Serviërs woont nu in gebieden die direct door het JNA (de naam van het oude Joegoslavische leger, momenteel onder Servische controle) kunnen worden beschermd. Omdat de Servische machthebbers gewonnen hebben zijn ze bereid om te onderhandelen. De Bosniërs en de Kroaten, die allebei grote gebieden hebben verloren, hebben er eigenlijk belang bij om door te gaan met de oorlog. Vooral voor de Bosniërs (in feite de regering van Bosnië-Herzegovina en de moslimbevolking) betekent een bevriezing van de situatie van eind augustus dat ze op niets meer kunnen rekenen dan een klein Islamitisch ‘kanton’. Het wapenembargo tegen Servië is eigenlijk nutteloos, het leger heeft voldoende wapens en munitie, plus een beperkte eigen productiecapaciteit. Het was immers voorbereid op een langdurige conventionele – en guerrillastrijd tegen binnenvallende troepen van de NAVO of het Warschau Pact. Ook Kroatië is inmiddels ruimschoots voorzien. Het wapenembargo werkt dus het meest tegen de Bosnische regering.

Schets voor de naaste toekomst

Het enige dat in Bosnië-Herzegovina resteert zijn het vaststellen van de grenzen van het gekantoniseerde land. De poespas aangaande militaire bescherming voor de hulpkonvooien is een komedie. De Servische noch de Kroatische regering hebben er enig belang bij om deze konvooien tegen te houden. Er kunnen alleen van twee kanten problemen ontstaan. Servische ongedisciplineerde bendes, waarvan er inderdaad veel zijn, en de Bosniërs zelf, die er alle belang bij hebben om de situatie te laten escaleren.
Daarmee wordt de toestand in de republiek Servië niet veranderd. Er zit een duidelijke tijdslimiet op het handelen van de Servische regering en haar (klein-) Joegoslavische marionetten. Als de winter komt zal het gebrek aan brandstof nijpend worden, het VN-embargo wordt dan van essentieel belang. Er is al grootscheepse oppositie tegen de regering Milosevic in Servië, maar deze is verdeeld. Het JNA-leger blijft een semi-onafhankelijke politieke kracht met haar eigen belangen (voortbestaan) en de enige manier voor Milosevic om politiek te overleven lijkt te zijn een vlucht naar voren. Dat wil zeggen, er voor zorgen dat er nog meer crises ontstaan, bijvoorbeeld in Kosovo of Macedonië, of Vojvodina.
Economisch kan Servië nog tijd rekken door het breken van het embargo via de Donau. Dit gebeurt door Griekse, Roemeense en Russische schepen. Of de goederenstroom en olie-import voldoende is, is onbekend. Dit is een zeer belangrijke voorwaarde. Het grootste gevaar in de nabije toekomst bestaat volgens mij daarom uit interne conflicten in Servië die uitbreiden naar andere staten in de regio, met de mogelijkheid dat ook grootmachten bij een grootscheepse regionale oorlog betrokken raken.

VD AMOK