‘Koersk’ is ook les voor NAVO

De duikbootramp in de Barentszzee dient niet alleen de Russen te doordringen van de gevaren van kernbewapening. Ook het Westen moet het principe van de wederzijdse afschrikking in twijfel trekken. Door de zwakte van Rusland is de kans op een kernoorlog toegenomen.

De ramp met de Russische atoomonderzeeër Koersk heeft in het Westen geleid tot een publiek debat over de ellendige toestand van de Russische strijdkrachten, zowel de nucleaire als de conventionele. Opvallend is de merkwaardige hypocrisie ten opzichte van de eigen nucleaire bewapening.

Voor de meeste westerse media is het voortduren van de nucleaire afschrikking, waarbij in Rusland en de Verenigde Staten duizenden kernwapens gereed worden gehouden om binnen luttele minuten gelanceerd te worden, niet de moeite waard om onder de publieke aandacht te brengen.

Nu is het inderdaad waar dat de Russische strijdkrachten, ook de nucleaire, in een erbarmelijke toestand verkeren. Die is zo ernstig dat er een voor Rusland ongebruikelijke publieke ruzie binnen de militaire leiding is uitgebroken over de prioriteiten in de defensie-uitgaven: daarbij gaat het om voorrang voor de conventionele of de nucleaire strijdkrachten. Een paar weken geleden werd officieel bekendgemaakt dat de strategische raketsystemen verminderd kunnen worden naar 1500 kernkoppen. Ter vergelijking: volgens het door de VS en Rusland overeengekomen Start II-verdrag zou het aantal strategische kernkoppen in 2007 moeten verminderen tot 3500.

Verbazingwekkend is dat de Russische regering deze maatregel eenzijdig lijkt te hebben afgekondigd. Dit heeft vermoedelijk alles te maken met het verval van de Russische kernwapensystemen: sommige deskundigen schatten dat de Russische krijgsmacht uiteindelijk slechts 400-600 strategische kernwapens kan onderhouden.

Een deel van die kernwapens is gestationeerd op de weinige overgebleven met ballistische raketten bewapende onderzeeërs. Het ongeluk op de Koersk (die geen strategische, maar ‘slechts’ korte-afstandsraketten met kernkoppen aan boord heeft in tijd van oorlog) is van belang omdat het ook doet vermoeden dat een groot deel van de nucleair aangedreven onderzeeërs van de Russische marine in een slechte staat is.

Aan de Russische kant haperen niet alleen de lanceersystemen zoals de onderzeeërs, maar ook de waarschuwingssystemen voor een vijandelijke aanval. Begin dit jaar verschenen er berichten in de pers dat de Amerikaanse lanceersilo’s alleen een deel van de dag door Russische satellieten in de gaten worden gehouden. Daardoor zou in een crisissituatie grote onzekerheid over de Amerikaanse intenties bestaan: een onzekerheid die al snel kan uitmonden in een nucleaire oorlog. Men wil immers niet riskeren dat men de eigen kernwapens verliest aan een vijandige aanval. Zo gezien biedt de zwakte van Rusland geen enkele garantie voor grotere veiligheid: integendeel, de kansen op een kernoorlog nemen juist toe.

Voor het Westen, en vooral de VS, doet zich steeds meer een aantrekkelijke maar levensgevaarlijke optie voor; namelijk om zelf de kernwapens te behouden, terwijl de Russische systemen uit elkaar vallen. Eventueel wil men zelfs de Russen helpen om nucleair te ontwapenen: daar bestaan nu al beperkte hulpprogramma’s voor. Het is echter uitermate onwaarschijnlijk dat welke Russische regering dan ook zichzelf nucleair zou ontwapenen terwijl de rest van de kernwapenstaten zijn kernwapens behoudt.

Een belangrijk deel van het Amerikaanse Congres denkt al in deze termen: het blokkeert de ratificatie van het nucleaire teststopverdrag (dat atoomproeven verbiedt).

Het Congres en het grootste deel van de Amerikaanse politieke elite wil een antiraketschild aanleggen boven Noord-Amerika, ook als dat inhoudt dat een ander verdrag met Rusland, het antiballistisch raketverdrag, geschonden wordt. Dit verdrag heeft tot doel om het aantal antiraketsystemen te beperken, zodat volgens de nucleaire logica de andere kant, na te zijn aangevallen, altijd een tegenaanval kan ondernemen. Een schild zou het mogelijk maken om ongestraft Rusland onder vuur te nemen.

Zoals gezegd blijven tien jaar na het einde van de Koude Oorlog duizenden nucleaire systemen gereed om binnen enkele minuten te worden gelanceerd. Zo blijft de nucleaire afschrikkingswaanzin een centrale rol spelen, ook in de nucleaire politiek van de NAVO. Nederland doet via de atoombommen op Volkel ook een duit in het zakje.

De eenzijdige drukte om de toestand van de Russische nucleaire wapens werkt als een rookgordijn voor het feit dat het Westen ook een flinke bijdrage levert aan de voortzetting van de nucleaire wapenwedloop. De juiste reactie op de aftakeling van de Russische nucleaire systemen is het versneld uitvoeren van wederzijdse reële nucleaire ontwapening. Kortom, om de belofte die op een conferentie in New York in mei nog door de kernwapenstaten werd gemaakt, uit te voeren.

Trouw