Kernontwapening in zicht maar oneindig ver; een loze belofte

Een hoogst belangrijke stap of een loze belofte. Over de resultaten van vier weken geploeter op een eindtekst in New York kan verschillend worden gedacht.

Dat blijkt nu de zesde toetsingsconferentie van het Non-Proliferatieverdrag is afgesloten. Hoopgevend is het ontstaan van een nieuwe lobbygroep van beschaafde landen en een aarzelende eigen rol van Nederland in het schemergebied tussen het paradijs en het Armageddon. Dit zijn punten waarover vriend en vijand van de slottekst het eens zijn. Voor het overige is niet uitgesloten dat de kernwapenbezitters de mensheid opnieuw voor het lapje houden. Of zijn de kernwapens toch iets nader gekomen bij hun de verwijdering uit de wereld?
De kernwapenstaten verklaarden na afloop van de vijfde toetsingsconferentie dat ze bereid waren om nucleair te ontwapenen en deze belofte werd over de hele wereld met goedkeuring aangehaald. Maar wat is die belofte waard?

Recente ontwikkelingen in de NAVO en de Amerikaanse senaat wijzen eerder op het vasthouden aan een veiligheidspolitiek gebaseerd op kernwapens. Zo vindt op 24 en 25 mei in Italië een NAVO-vergadering van ministers van buitenlandse zaken plaats waar ook het nucleaire beleid van de NAVO aan de orde zal komen. Nederland is vanwege de kernbommen op Volkel, die in tijd van oorlog door Nederlandse vliegtuigen worden ingezet, ook partij bij die nucleaire politiek. Op 19 mei stelden de Kamerleden Hoekema (D66) en Koenders (PvdA) nog vragen over de strijdigheid van die politiek met de afspraken die in het Non-Proliferatieverdrag zijn gemaakt. Hoe kan je aan de ene kant pleidooien houden voor nucleaire ontwapening en aan de andere kant stug vasthouden aan een militaire doctrine waarin de inzet van kernwapens centraal staat?
Er staan nog altijd duizenden strategische raketten gereed om binnen luttele minuten te worden afgevuurd. In New York werd afgesproken dat Start II en de volgende fase Start III zo snel mogelijk zouden worden doorgevoerd. Jammer genoeg is het nu al duidelijk dat de Amerikaanse senaat daar een stokje voor zal steken. In 1997 werd door de VS en de opvolgerstaten van de Sovjet-Unie een aanvullend protocol op Start II overeengekomen. De invloedrijke en conservatieve senator Helms heeft al aangekondigd dat hij deze aanvulling zal blokkeren. Daardoor zal dit verdrag niet in werking kunnen treden.

Het optimisme veroorzaakt door de overal aangehaalde reducties in de aantallen strategische raketten is dus rijkelijk voorbarig. De problemen met het door de VS geplande antiraketschild zijn al uitgebreid in de publiciteit geweest. Een pikant detail dat tijdens de NPV aan de orde kwam was de onthulling van een gespreksnotitie van de Amerikaanse regering, waarmee Rusland moest worden overtuigd dat z’n raketschild geen afdoende afweer zou zijn tegen de Russische kernmacht. Onder de voorwaarden van elke mogelijke toekomstige wapenreductie-overeenkomst, schreven de Amerikanen, zouden beide landen immers grote, gevarieerde arsenalen van strategische aanvalswapens bezitten. Daardoor zou de wederzijdse afschrikking in stand blijven. Die notitie, onthuld door het gerenommeerde Bulletin of the Atomic Scientists, relativeert de belofte om nucleair te ontwapenen, om het zachtjes te zeggen.

Dit is allemaal niet zo verrassend, gezien het bestaan van een immens Amerikaans onderzoeksprogramma om de kernwapenvoorraad tot in de lengte van dagen in stand te houden. Documenten die door Amerikaanse onderzoekers in maart werden onthuld verklaarden dat het de bedoeling van het programma was om Amerikaanse kernwapens eeuwig inzetbaar te houden. Desondanks moest in New York de ondubbelzinnige toezegging van de kernwapenstaten om tot de volledige eliminatie van hun kernwapenarsenalen te komen leidend tot nucleaire ontwapening zowat voor de poorten van de hel vandaan worden gesleept.

Dat dit toch nog lukte was vooral te danken aan de vastberadenheid van een verbond van gezaghebbende landen, de Nieuwe Agenda Coalitie (NAC), die een bijzonder taai gevecht hiervoor hebben geleverd. Deze groep landen – Brazilië, Egypte, Ierland, Mexico, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Zweden – speelt al een paar jaar een belangrijke diplomatieke rol in het bewerken van de kernwapenstaten om het proces van nucleaire ontwapening te versnellen. Daarin genieten ze de steun van tientallen andere staten. In de loop van de onderhandelingen moest de NAC een groot aantal punten, die deel uitmaakten van hun oorspronkelijke uitgangsdocument, laten vallen. Daaronder vielen een tijdsschema voor de eerste stappen naar nucleaire ontwapening en een verantwoordingsplicht voor de kernwapenstaten om regelmatig te rapporteren over hun nucleaire ontwapeningsstappen. Dat zijn minimale zaken om een proces van ontwapening waar te maken. Gezien de bovengeschetste ontwikkelingen is het niet zo verbazingwekkend dat deze praktische elementen eruit moesten.
De taaie strijd die geleverd moest worden voor zelfs de uitgeklede en bijna loze ontwapeningsbelofte, moet iedere burger die dacht dat kernwapens een boze droom uit het verleden waren, te denken geven.

Trouw