Nederland dreigt kritische steun aan ontmanteling kernwapens te verlaten

Op 25 januari 1995 zagen technici van een radarstation in Noord-Rusland een raket op hun radarscherm verschijnen. Ze interpreteerden deze als een mogelijke aanval op Rusland en gaven een waarschuwing door aan het militaire opperbevel. Deze alarmeerden president Jeltsin die vervolgens toestemming gaf om te beginnen met de procedure die zou uitmonden in de lancering van Russische nucleaire raketten. Pas op het allerlaatste moment, twee minuten voordat dit proces in werking zou worden gesteld, kwam de mededeling dat het om een Noorse onderzoeksraket ging die geen bedreiging vormde. Voor een half uur was de wereld aan de rand van de nucleaire afgrond. Deze grimmige gebeurtenis wordt beschreven in het novembernummer van het gerenommeerde Amerikaanse tijdschrift Scientific American.

Het grootste deel van de wereldbevolking, zeker ook de Nederlandse, wist niet hoe dicht ze bij nucleaire vernietiging waren gekomen. In Nederland is de teneur van de berichtgeving over kernwapens al jarenlang geruststellend: iets uit het verleden, waar je in de jaren tachtig tijdens de Koude Oorlog tegen demonstreerde. De meeste mensen zijn dan ook hoogst verbaasd om te horen dat er nog steeds zo’n twintig atoombommen op luchtmachtbasis Volkel zijn opgeslagen. Nog altijd heeft Nederland een NAVO-atoomtaak en maakt het deel uit van de nucleaire slagorde van het Atlantische bondgenootschap. Daarom is het ook een doelwit voor een eventuele nucleaire atoomaanval zoals die in 1995 bijna gelanceerd werd. En die twintig kernwapens zijn maar een klein onderdeeltje van een veel grotere voorraad kernwapens (volgens de laatste telling van het Bulletin of the Atomic Scientists 36.000 stuks) die de wereld nog altijd vele malen in as kan leggen.

Sedert het einde van de Koude Oorlog is er een groot aantal kernwapens gedemonteerd of uit dienst genomen. Maar het lijkt zeer raadzaam om goed te volgen wat er met die laatste tienduizenden gaat gebeuren. Welnu, de onderzoeker heeft al snel door dat dit niet zo veel is: de onderhandelingen tussen de kernwapenstaten om tot verdere vermindering te komen zitten muurvast. Het START II verdrag, bedoeld om de immense aantallen Russische en Amerikaanse strategische kernwapens verder naar beneden te brengen, wordt geblokkeerd door het Russische parlement. Een belangrijke oorzaak daarvan is het in juli genomen besluit om de NAVO oostwaarts uit te bereiden. De beoogde vervolgonderhandelingen onder START III zijn nog niet eens van de grond gekomen. Blijkens een interview met de Amerikaanse minister van defensie Cohen, aangehaald in de International Herald Tribune van 1 november jl., zijn er onder Clinton geen grote nucleaire ontwapeningsstappen te verwachten. Intussen is de NAVO, dezer dagen bijeen in Brussel, bezig de leidraad voor haar militaire doctrine, het Strategisch Concept, te vernieuwen, met handhaving van het bestaande kernwapenbeleid. Daar hoort bij de bereidheid om in een conflict als eerste kernwapens te gebruiken.

In de VS worden miljarden dollars uitgegeven aan onderzoeksfaciliteiten die het mogelijk maken om nieuwe typen kernwapens te ontwikkelen zonder de door het internationale Test Stop Verdrag verboden kernproeven. Alleen al het bedrag dat het Amerikaanse Ministerie van Energie (vanouds beheerder van het atoomwapenprogramma) denkt nodig te hebben om de bestaande voorraad kernwapens op peil te houden, bedraagt zo een 45 miljard Amerikaanse dollars over de komende tien jaar. Dit voorjaar is al een nieuw type kernbom, een variant op de B-61 ook in gebruik bij de Koninklijke Luchtmacht, in Amerikaanse en misschien ook Nederlandse dienst genomen. Nieuwe Amerikaanse projecten staan ook op stapel. De goed ingevoerde onderzoeker Bill Arkin noemt in het laatste nummer van het Bulletin of the Atomic Scientist onder ander de volgende programma’s:

  • een vervanging voor de kernkoppen op de vanuit onderzeeboten gelanceerde Trident raketten; plus een vervanging van de raket zelf, plus een nieuw type onderzeeboot om die te lanceren;
  • een verbeterde versie van de kernkop voor de MX intercontinentale raketten;
  • een kernwapen bedoeld om elektronische systemen van het doelland door straling uit te schakelen;
  • een kernkop voor anti-raket raketten, om conventionele raketten tijdens de vlucht te vernietigen.

Dit alles gaat gewoon door ondanks het door alle betrokken staten ondertekende Non Proliferatie Verdrag waar ze plechtig beloven om serieuze stappen te ondernemen om de wereld nucleair te ontwapenen.

De steun van een groot aantal niet-kernwapenstaten voor een verlenging van het verdrag voor onbepaalde tijd in 1995, werd gegeven in ruil voor deze belofte. Die wordt echter aan alle kanten door de nucleaire kernwapenstaten en hun vrienden (zoals Nederland) geschonden. Zo wordt er vandaag in de Verenigde Naties gestemd over een Maleisische resolutie die de kernwapenstaten oproept zich vast te leggen op een proces van nucleaire ontwapening. Nederland zal, in het kielzog van de Verenigde Staten en andere kernwapenstaten, tegen stemmen.

Nederland onderschrijft het NAVO kernwapenbeleid, blijkens een brief van 31 juli jl. van minister Mierlo aan Vrouwen voor Vrede. Daarin schrift hij: “Het Strategische Concept van de NAVO, waarin ook het nucleaire afschrikkingsbeleid is verwoord, (blijft) een belangrijk uitgangspunt voor het Nederlandse veiligheidsbeleid’. De NAVO houdt niet alleen vast aan het oude beleid, ze breidt ook het gebied uit waarin dat van toepassing is: van de kandidaat-lidstaten wordt geëist dat ze het nucleaire beleid onderschrijven. Het laat zich raden hoe de reactie hierop is van landen in de rest van de wereld die zich in 1995 hebben vastgelegd om nooit nucleaire bewapening na te streven in ruil voor de belofte van de nucleaire wapenstaten om te ontwapenen. Ze moeten nu constateren dat elke serieuze stap in deze richting door dezelfde staten wordt geblokkeerd. Nederland doet mee met dit spel, ondanks zijn vroegere, aanzienlijk kritischer opstelling.

Er zijn echter alternatieven. Het Canberra-rapport, geschreven door een commissie van gezaghebbende deskundigen en politici zoals de voormalige Amerikaans minister van defensie McNamara, pleitte in augustus 1996 voor het afschaffen van tactische kernwapens (zoals de bommen op Volkel) en het zogenaamde ‘de-alerten’: het scheiden van de kernkoppen van de lanceerplatformen. Dit is vooral van belang omdat de strategische raketten nog altijd klaar staan om in minuten gelanceerd te worden. Een internationale groep generaals, waaronder de voormalige opperbevelhebber van de Amerikaanse strategische kernwapenmacht Butler, hebben in een verklaring eind 1996 ook gepleit voor vergelijkbare stappen.

Naast de motie voor serieuze nucleaire ontwapeningsstappen in de Verenigde Naties, zullen een aantal niet-gebonden landen in het komende voorjaar voorstellen doen voor serieuze nucleaire ontwapening. Waarom zou Nederland een of meer van deze initiatieven niet kunnen ondersteunen? Een goede plaats om hierover te praten is in het defensie en buitenlandse zaken begrotingsdebat dat deze week in de Tweede Kamer plaatsvindt. Daarna kan de regering in verschillende internationale fora, maar vooral in de NAVO vergaderingen, op zijn minst enige twijfel op tafel leggen over de tot nog toe ingeslagen weg.

Oud-ambassadeur Korthals Altes, die ooit ontslag nam uit de diplomatieke dienst vanwege het bewapeningsbeleid, drukte het op persconferentie van de Werkgroep Eurobom vorige week zo uit: “Nederland heeft hele mooie verklaringen en zet zich ook in binnen zekere regels allerlei fraaie dingen te doen en er aan mee te werken, maar de wezenlijke omschakeling, dat wij naar een kernwapenvrije wereld toe moeten, die heeft niet plaats gevonden.’ Op dezelfde persconferentie zei Dan Plesch, directeur van het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau BASIC: “Als gevolg van de Nederlandse kernwapentaken en haar steun aan het beleid om als eerste gebruik te maken van kernwapens, is het medeverantwoordelijk voor een internationale politiek die verhindert dat er vooruitgang wordt geboekt in nucleaire wapenbeheersing en nucleaire non-proliferatie’.

Zulke uitspraken zijn niet populair. De politieke partijen besteden in hun concept verkiezingsprogramma’s nauwelijks aandacht aan kernwapens. Politieke besluitvoerders in Nederland, en in hun kielzog een heel volksstam opiniemakers gedragen zich als een stel kwajongens die stiekem in het bos een nucleair spelletje aan het spelen zijn. Iedereen die het waagt uit de school klappen en wijst op de mogelijke gevolgen (zoals die boven Noord-Rusland in 1995) wordt in de eerste plaats genegeerd en als dat niet langer kan, voor spelbreker uitgescholden. Het is de hoogste tijd om de stilte rond de kernwapens te doorbreken.

De kernwapens zijn nog altijd de wereld niet uit, ook Nederland niet. Grijpen de Verenigde Naties vandaag de gelegenheid aan elkaar tot verdere ontmanteling te verplichten? De Kamer kan een aarzelende minister deze week bij de behandeling van de Defensie-begroting over de streep trekken.

Trouw